Archieven

13 Wouter van Oort tekent een schuldbekentenis van tweehonderd gulden aan Dirk van Roothuijsen wonende te Den Bosch en voogd van de onmondige dochter van Quijrijn van de Kop, genaamd Meggelien ten behoeve van dit kind. In de kantlijn staat vermeld dat de schuld in 1780 is afgelost.

14 Antonij Ploegmakers wonende in Rosmalen transporteert een perceel weiland genaamd den Heegcamp aan Jan van Hintum.

15 Adriaan van Meurs transporteert een perceel teulland in Heesch-Vinkel aan Joost van de Ven. In de kantlijn staat vermeld dat Joost van de Ven op 17-06-1771 tweehonderd gulden heeft ontvangen van Adriaan van Meurs. [ uit bovenstaande is de conclusie dat de verkoper de koper betaald heeft; in de akte is de verkoper doorgehaald, waarschijnlijk moest de koper doorgehaald worden en vervangen door een andere naam].

16 Huijbert van den Broek verklaart schuldig te zijn aan Aelken van Nieuwland een bedrag van honderd gulden. Dit heeft hij destijds geleend van de vader van zijn eerste vrouw Jacomijn van Nieuwland, genaamd Antonij van Nieuwland voor de aankoop van twee percelen teulland in de Groes. Van die lening is destijds niets bij de schepenen vastgelegd.