Archieven

13 Claeus soene Zeger Hanricxs heeft een erfcijns van 3 ½ Carolus gulden opgedragen en overgegeven aan Hillegonden dochter Zeger Hanricxs. De erfcijns wordt betaald door Damen Aernt Janss van Dyeperbeeck uit 'een stuck lants', groot ca. 1 'sestersaets', gelegen in Veghel aen die Heye in Hennenberch: - e.z. en a.z.: het goed van Rut Peter Tielenss. Ookuit 'enen stuck lants' groot ca. 1 'sestersaets', gelegen als voor: - e.z.: de erfgenamen van Claeus Aernt Claeuss; - a.z.: voornoemde Rut Peters. Getuigen: als voor.

14 De schepenen van Veghel verklaren dat ze de volgende schepenbrieven van Veghel gezien hebben: 1. Op 30 oktober 1491 verklaren Amelis van Bynderen, Willem Goyarts, Aernt Loeyen, Willem Gerits, Rutger Aelbrechs, Hanrick Heymans en Hanrick vander Ryt, schepenen in Veghel, dat Hanrick Jacopss van Bredelair opgedragen heeft aan zijn zwager Jacoppen van Henxthoevel al het goed dat hij erfde van zijn vader Jacops en nog erven zal na de dood van zijn moeder Stynen. 2. Op 20 februari 1492 (=1493) verklaren Amelis van Bynderen, Aernt Loeyen, Willem Goyarts, Henrick Heymans, Roeff Jan Roevers, Hanrick vanden Groenendael en Peter vanden Pals, schepenen in Veghel, dat Daniel Jacopss van Bredelair heeft opgedragen en overgegeven aan zijn zwager Jacoppen van Henxthoevel al het goed dat hij erfde van zijn vader Jacops en zijn moeder Stynen. 3. Op 16 februari 1466 (=1467) verklaren Willem Ghysbrechs, Vries Roevers, Willem Lambrechs, Jan van de Ryt, Willem Goeyarts en Jan vanden Horrick, schepenen in Veghel, dat Yewaen Dirck Coepssoen heeft opgedragen en overgegeven aan Jacop Danelss van Bredelaer de ½ van 'enen huyze, hostat ende hoff' met toebehoren, gelegen in Veghel aent Haevelt, gelegen 'alom in die gemeynt van Vechel'. Ook 'een stuck lants' genoemd den Zilkenecker: - e.z.: 'die straet'; - a.z.: de erfgenamen van Goessen Knoede; - e.e.: Rut Roelofs; - a.e.: Aert Goeyartss. . Ookde ½ van 'enen stuck bemps', genoemd den Toebempt: - e.z.: de erfgenamen van Roeloff Loenis en anderen; - a.z.: Dries Hanricx en anderen; - e.e.: de erfgenamen van Roeloff Loenis; - a.e.: Delis Ansems en anderen. Ariaen soene wylen Jacop Jacopss verklaart deze drie brieven in bezit te hebben mede ten behoeve van Ygrams van Achellen soene wylen Willems, en dat hij deze brieven aan voornoemde Ygram 'vuytrteycken sal ende leenen om syn recht vorderinge dair mede te doen soe dick ende menichwerff hem dat van noede wesen sal.'

15 Aernt vanden Berge soene wylen Andries (en van Andriessen vrouw, wijlen Anna dochter wylen Aernt Pauweeter) heeft een erfpacht van 2 mud [rogge], 'der maten van Den Bosch', verkocht aan Hanricken soene wylen Hanrick Dircxs. De erfpacht wordt betaald uit de ½ van 'eender hoeven van huysinge, hoevinge, hoffstede, ackerlant, bempden, groese ende houtwassche' met toebehoren, waarvan de andere ½ van Andriessen van den Berge is. Het 'eckerlant' is 3 ½ 'mudse lants' groot en het goed is gelegen in Veghel aen die Heye op die Hogestraet. De verkoper had dit goed geërfd van zijn vader Andriessen en zijn moeder Anna. De verkoper en met hem Peter Pels soene wylen Aernts beloven het goed vrij van lasten te leveren, behalve dat het goed belast is met jaarlijks de helft van: een grondcijns van 19 stuivers; - een erfcijns van 11 Carolus gulden aan heer Pauweeter; - een erfpacht van 6 'Bossche vaet roggen'; - een erfpacht van 1 mud rogge, 'Bosscher maten' aan de koper Hanricx. Getuigen: Aernt Hanricx Aerntss en Jan Hanricxs van Tillair, schepenen.

16 Nadere voorwaarden bij akte nr. 015. Getuigen: als voor.