Archieven

17 Rekest van Benjamin de Jong secretaris te Erp in kwartier Peelland aangevende dat Aart Janse Verbeek getrouwd met Maria dochter van Adriaan Willem Evers alsmede Johannes Jan van den Oever verwekt bij Maria dochter van Rover van den Groenendaal waar moeder van was Jenneke Cornelissen, als collators van een zeker jaarlijks inkomen van het beneficie van de St.Leonarduskapel op de Beekse Donk tegenwoordig te betalen staande bij Mr. D.de Kempenaar rentmeester der geestelijke goederen in kwartier Peelland en dat genoemd inkomen voor 9 jaren is gegund aan de suppliant als vader en voogd over Gerard zijn minderjarige zoon welke 9 jaren zijn verlopen op lichtmis 1778 en dezelfde Maria Adriaan Willem Evers weduwe van Aart Jansz. Verbeek en naast haar Johannes haar oudste en minderjarige zoon bij haar overleden man verwekt, mitsgaders Johannes van den Oever als gerechte collators van dat beneficie hadden geconfereerd aan de suppliant, zoals blijkt uit een schepenakte van Veghel dd. 8 november 1777 en de suppliant verzoekt om approbatie van die collatie; een kopie gaat naar genoemde rentmeester. – zie ook folio 408, 595

18 Missive van Isaacq Verster stadhouder van de kwartierschout van kwartier Maasland op een missive van Nicolaas Versfelt secretaris van Alem en Maren i.v.m. het maken van de nominatie door de heemraden van de polder van het Laag Hemaal om daaruit een nieuwe heemraad te kiezen in plaats van de overleden heemraad Nicolaas de Weert op het rekest van Jan Pampus. – zie ook een uitvoerig relaas op folio 542

19 Rekest van Willem de Gelder wonende te Eersel in kwartier Kempenland inhoudende dat tijdens de 25e november 1776 de magistraatsbestelling der gecombineerde dingbank van Eersel Duizel en Steensel stond te geschieden, alvorens tot de electie werd getreden Josua Waakhuysen secretaris der voorschreven dingbank van zich had kunnen verkrijgen om de suppliant, destijds president-schepen op een zeer atroce wijze te injuriëren met aan de vergadering voor te dragen dat, vermits de suppliant de gemeente had bestolen en een dorpsdief was, hij secretaris meende om die reden zijn kwaliteit als president niet kon continueren en Waakhuysen protesteerde daar tegen en verzocht de stadhouder van de kwartierschout van Kempenland de suppliant uit zijn functie te ontslaan [met details]. – zie ook folio 441 missive van de stadhouder van de kwartierschout van Kempenland

20 Reactie van de Haagse heren belast met de Meierijse zaken op een missive van J.W.D. de Jong stadhouder van de kwartierschout van kwartier Kempenland op een rekest van Leendert Bots en Dirk Janssen kerkmeesters van de roomse kerkschuur van Borkel, gevolgd door een rekest van Lambert de Voocht pastoor te Eerde en zijn kerkmeesters Willem van de Hinteld en Anthony van der Heijde van de roomse kerkschuur te Eerde vallende onder Sint Oednerode, Veghel en Schijndel en zij allen verzoeken wijzigingen te mogen aanbrengen aan hun kerkschuren en in beide gevallen worden alle details opgesomd; in Eerde mag een geheel nieuwe kerkschuur gebouwd worden; meteen gevolgd door een rekest van de pastoor en kerkmeesters van Geffen in kwartier Maasland met ook heel veel details over de uitvoering.