Archieven

17 Reactie op een rekest van drossaard en schepenen van Loon op Zand in kwartier Oisterwijk aangevende dat de passage tussen Breda en ’s-Hertogenbosch sinds oude tijden door hun dorp loopt en het onderhoud van de weg, laatst nog in 1769, de gemeente behoorlijk wat gekost heeft o.a. het verleggen van de oude heerbaan voor een bedrag van 3000 gl. in de hoop dat daardoor de passage bevorderd zou worden; onlangs hebben de besturen van beide steden besloten om zonder de supplianten te horen, om in het aanstaande jaar 1781 de route en passage dusdanig te verleggen dat er viermaal in de week een postwagen tussen dezelfde steden over de dorpen van Tilburg en Oisterwijk zou rijden en slechts driemaal over Loon op Zand en ze verzoeken de Ho: Mo: de magistraten van beide steden te ordonneren hierin verandering aan te brengen om ruïne van hun gemeente tegen te gaan en dus alles op de oude voet voort te zetten, maar het verzoek wordt van de hand gewezen, waarover Breda en Den Bosch verwittigd worden.

18 Rekest van Johannes Manuel Brocx wonende te Waalre in kwartier Kempenland lidmaat van de ware christelijke gereformeerde religie aangevende dat door het overlijden van Abraham de Jong de bediening van secretaris en stokhouder vacant is binnen de heerlijkheid Aalst en dat hij suppliant door de Heer van Aalst met die functies is begunstigd zoals uit de commissie blijkt van 3 mei 1781 en hij verzoekt de Ho: Mo: om approbatie van die aanstelling en de approbatie volgt.

19 Rekest van drossaard en schepenen van Lith in kwartier Maasland met een verzoek om een bedrag van 5000 gl. te mogen opnemen en voor 7 jaren een reële omslag van een halve verponding te mogen doen.

20 Rekest van Adam Damen wonende te Heeze in kwartier Peelland zijnde van de gereformeerde religie inhoudende dat Dirk Damen wonende te Rijswijk bij Den Haag via een resolutie van 20 mei 1745 is aangesteld tot collator van een zekere beurs gefundeerd door Johan Damen van Mierlo kanunnik van Sint Lambert te Luik welke beurs Adam genoten had en die hij nu had overgegeven bij akte van collatie aan zijn zoon Bernardus Damen, een beurs van 30 g., sinds maart 1776. – zie ook folio 1078, 1369, 1471