Archieven

17 Missive van rentmeester Verster reagerend op een rekest van de officier en regenten van Boxtel in kwartier Oisterwijk met het schriftelijk belang van het kapittel van Sint Pieter te Boxtel i.v.m. het onderhoud van kerk en pastorie, waarop gedelibereerd is en besloten dat het corpus van Boxtel verplicht is geweest en nog is om de predikant van een bekwame woning te voorzien onder het genot van 60 gl. van ’s landswege voor een predikants huishuur betaald wordende, dat het dus ten enemaal onwederrechtelijk is dat de predikant aldaar tot hier toe gewoond en als een pastorie heeft gebruikt een huis aan de kerkfabriek toebehorende, dat het onderhoud van dat huis aan de fabriek tot een merkelijk bezwaar heeft verstrekt, schoon tot hier toe genoten hebbende een bedrag van 60 gl. van ’s landswege voor huishuur van de predikant betaald wordende en dat gevolgelijk de fabriek uit dien hoofde nog merkelijke pretensie ten laste van het corpus zou kunnen formeren en ten tweede dat de revenuen der fabrieksgoederen met behoorlijke menage gedirigeerd wordende, genoegzaam in staat zijn om de kerk en de toren aan de kerk vaststaande, een matige toren overigens, behoorlijk te onderhouden zonder dat immers vooralsnog enige gegronde redenen bestaan om de tiendheffers tot het geven van subsidie op te roepen, waarna een slotverklaring volgt met veel details in ruim 5 folio’s – zie ook folio 341v.

18 Conferentie van enige gecommitteerden van de generaliteitsrekenkamer die onderzocht hebben en rekest van Johan Husman wonende te ’s-Hertogenbosch zowel voor zichzelf als voor zijn geassocieerden in de wagenposterij van ’s-Hertogenbosch op Maastricht vice versa daarbij te kennen gevende dat hij suppliant in de maand juli 1782 door de magistraat van ’s-Hertogenbosch is verzocht en geautoriseerd om tot het transport van de grootvorst en grootvorstin van Rusland van daar naar Maastricht al het nodige te verzorgen en ten dien einde aanstonds naar Maastricht is gereden en daarenboven vermits de posterije en de voerlieden binnen ’s-Hertogenbosch en Maastricht van geen genoegzaam aantal paarden waren voorzien, nog een vertrouwde persoon naar Maaseik heeft gezonden om met de postmeester aldaar te spreken over de te kort komende paarden, zoals dan ook de paarden van de posterij ter behoorlijker tijd op de route zijn bezorgd en gebruikt geworden; mede verwijzend naar een reglement voor de posterij dd. 3 december 1761.

19 Bericht van ZH de Hertog van Brunswijk gouverneur van ’s-Hertogenbosch van de 28e mei met kennisgeving van het doortrekken van het 1e bataljon van Zijne Hoogheids 2e regiment Oranje Nassau onder commando van kolonel commandant Wartensleben komende van Oss en marcherende naar Vught in ’s-Hertogenbosch haar nachtkwartier heeft gehouden.

20 Missive van rentmeester Verster verwijzend naar een appointement van 2 december 1783, op een rekest van officieren en regenten van Boxtel met een mededeling over geroyeerde posten in de rekening van 1779 voor in totaal 50:15:0 wegens gedane reparatie aan de kapel te Berkel door de abdij van Sint Geertruij als bezitters van de geestelijke tienden te Berkel aan de supplianten gerestitueerd en voorts door dezelfde abdij de voorschreven kapel en toren onderhouden werden of bij ontstentenis van dien, dat haar Ed: Mo: de supplianten in dat geval gelieven te permitteren de voorschreven geroyeerde posten in een volgende rekening bij verhaal in uitgaven te mogen brengen en voor het vervolg het onderhoud van die kapel ten koste van de gemeente te doen.