Archieven

17 Wij drossaard en schepenen verklaren dat wij op verzoek van de collaterale erfgenamen van Henrick Henrick Lamberts Vuchts die op 28 februari 1670 in de heerlijkheid Berlicum is overleden in de herdgang van Middelrode, het bezit hebben getaxeerd dat hij in Gestel heeft nagelaten. - Een partij akkerland zijnde slechte heidegrond en hooiland tot teulland ontgonnen, groot ca. 7 lopenzaad en 25 roedes kleine maat, gelegen te Gestel aan de Dungense Cant ter plaatse genoemd in de Tielenshoeve, b.p. Cornelis Antonissen, de gemeijnte, Henrick Claes Jan Delis cum suis, de gemeenschappelijke pad. Getaxeerd op 252 gulden. - Een perceel akkerland groot ca. 5 lopenzaad, hoog en zandig land, alhier te Gestel tegenover de windmolen. b.p. Gerit Seben, Willem Janssen van Grinsven, Jan Gerit Seberts, Jan Peter Eijkemans, getaxeerd op 250 gulden. Aldus getaxeerd te St. Michielsgestel op 26 maart 1670.

18 Wij Adriaen Jaspers van der Cammen en Henrick Goijaerts, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen Dirckozoon van Claes Daniels van Osch als man van Catelijn dochter van Hendrick Goossens en verkoopt aan Hendrick Aelberts een stuk akkerland groot ca. 27 roedes gelegen te Gestel aan de Dungenze Cant, meestal genoemde Luijsbergh, b.p. de Hooghstraat daar, Corst Aelberts, Henrick Peter Deenen, de gemeijnte. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen behalve 2 stuivers grondchijns aan de heer van Herlaer in het St. Michielsgestels boek. Voorzien van schependomszegel. Datum 11 april 1670.

19 Wij Willem Janssen van Geffen en Adriaen Jaspers van der Cammen, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen Huijbert Arijens en Adriaen Bastiaens, beiden inwoners in de jurisdictie van Den Dungen, die zich hierbij garant stellen samen en hoofdelijk voor de terugbetaling, als men daartoe veroordeeld zou worden, van een bedrag van 250 gulden, dat Peter Joordaens die was getrouwd met Margareta Adriaen Huijberts aan de erfgenamen van genoemde Margareta middels een testamentaire beschikking was vermaakt d.d. 19 augustus 1655 en welk geld vandaag aan Adriaen Bastiaens door Heijlken weduwe van Arijen Pouwels (=Smits) mede ook erfgenamen van Peter Joordaens, in aanwezigheid van ons hier is overhandigd. Verder was het zo dat in dat testament was bepaald dat als ze aan de erfgenamen van deze Peter Joordens dat bedrag van 250 gulden zouden hebben betaald, dat ze dan rechten hebben op het huis en de erven dat door genoemde Peter Joordens en diens vrouw is achtergelaten en zoals dat ook in de testamentaire beschikking was bepaald. Maar Aert Rutten van de Heuvel als tweede man van genoemde Margareta Adriaen Huijberts meent bepaalde aanspraken te te hebben op dat huis en erf, en de erfgenamen van deze Peter Joordens willen hem daarvan uitsluiten. Genoemde comparanten beloven de genoemde weduwe van Adriaen Pouwels Smits en alle andere erfgenamen te vrijwaren voor alle aanmaningen over die 250 gulden en ook voor de kosten die zouden zijn of worden gemaakt over het bezit van dat huis. Ze stellen zich daarvoor garant. Datum 29 april 1670. Voetnoot : Deze 250 gulden zijn direkt betaald en daarop is 12 gulden en 10 stuivers in mindering gebracht vanwege het recht van collaterale successie.

20 Wij Jan van de Heuvel en Willem Jans van Geffen, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen Adriaen Stans wonend te Nieuw Herlaer alhier en verkoopt aan Henrick Willem Volder een hofstad met de tuin en erven eraan samen met de stenen en de materialen die daar liggen alhier te Nieuw Herlaer, b.p. de erfgenamen van Evert Peters van de Water, de erfgenamen van Jan van Venroij, de Haldersesteegde, de verkoper zelf, zoals is afgepaald, verder b.p. aan de oostkant een kei en aan de westzijde twee bomen. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen. Voorzien van schependomszegel. Datum 28 april 1670.