Archieven

17 Wij drossaard en schepenen verklaren dat wij op verzoek van de collaterale erfgenamen van Lijsken dochter Willem van der Merendonck, weduwe van Corst Jan Peters die in Den Dungen op 19 juni 1675 is overleden, het bezit hebben getaxeerd dat Lijsken alhier heeft nagelaten. Een perceel akker- en hopland, alhier gelegen aan de Dungense Cant, ter plaatse genoemd in de Triest, b.p. Hendrick Janssen, de erfgenamen van Ruth Aerts, de erfgenamen van Jan Aerts, de collaterale erfgenamen in Den Dungen zelf. Belast met een halve roede slechte dijk te onderhouden onder Gestel. Nog 75 gulden schuld uit een schuld van 150 gulden aan de tafel van de H. Geest in den Dungen. Nog belast met een schouwloop daar. Geschat zonder lasten op 52 gulden en 10 stuivers, maar omdat het is belast met de genoemde 75 gulden en daarnaast nog met het onderhoud van de dijk en de waterloop, is de waarde minder dan de lasten en derhalve getaxeerd op nihil. Aldus getaxeerd te St. Michielsgestel op 2 juli 1675.

18 Wij Jan van de Heuvel en Jan Claessen Cluijtmans, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen Jan natuurlijke zoon van Henrick Jan Claessen verwekt bij Dircxken Ansems die alhier woonachtig is en verkoopt aan Geertruijt dochter van Jan Claes Peters weduwe van Jacob Arijens, op grond van het testament dat door Henrick Jan Claessen is opgemaakt voor notaris Jan van de Heuvel op 9 maart 1669, het vierde deel van een perceel hopland en boomgaard, in totaal groot 3 lopenzaad en 26 roedes, alhier te Gestel aan de Dungense Cant, zoals de verkoper voor schepenen hier was toebedeeld, b.p. Jan Claes Peters, de weduwe van Jacob Arijens, Herbert Reijnders van Meerwijck, de gemeenschappelijke straat daar genoemd de Doncksestraat, zoals hij van zijn zijn vader middels testament had geerfd. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle alle lasten af te handelen, behalve het vierde part van anderhalve roede dijkonderhoud in de Gestelse dijk of zoveel meer of minder volgens de dijkcedulen verder nog behalve een obligatie van 50 gulden eens aan Aert Janssen van Grinsven vervallend op 9 juni 1675 zonder rente. Verder moet er overpad aan de koper worden verleend volgens de boedeldeling. Voorzien van schependomszegel. Datum 2 juli 1675.

19 Op de zelfde dag en met de zelfde schepenen heeft Geertruijt Jan Claessen als koopster van het perceel verklaard aan Jan natuurlijke zoon van Hendrick Jan Claessen een bedrag van 100 gulden schuldig te zijn die ze per a.s. half maart van het volgend jaar 1676 direkt zal voldoen. Actum als boven.

20 Wij drossaard en schepenen verklaren dat wij op verzoek van de collaterale erfgenamen van Jenneken Daniels van der Aa eerder de vrouw zijnde van Gijsbert Huijgen van Berckel die zonder kinderen op 30 mei 1675 in de parochie en dingbank van Schijndel is overleden, het bezit hebben getaxeerd dat zij alhier te Gestel heeft nagelaten en had geerfd vanwege haar oom Hendrick Hendrick Lamberts. - Een vijftiende deel van een perceel akkerland in totaal groot 5 lopenzaad kleine maat, alhier gelegen nabij de windmolen aan de Dungense Cant, b.p. Gerrit Seepen, Willem Janssen van Grinsven, Jan Peter Eijkemans, Jan Gerrit Seepen, zijnde hoog en droog en zandig land en gezien de zware dorpslasten in totaal getaxeerd op 165 gulden en voor het vijftiende deel op 11 gulden. - Nog het vijftiende deel in een onverdeeld perceel, in totaal groot ca. 9 lopenzaad en 17 roedes alhier gelegen aan de Dungense Cant, ter plaatse genoemd in de Tielenshoeve, b.p. Jan Thonissen van Uden, de gemeenschapppelijke straat, de weduwe van Hendrick Claes Jan Delissen, een gemeenschappelijke pad daar, zijnde slechte heidegrond en vanwege de zware dorspbelastingen en de plaats ervan geschat voor het totaal op 265 gulden en 10 stuivers en voor het vijftiende deel op 17 gulden en 14 stuivers. Aldus getaxeerd te St. Michielsgestel op 8 juli 1675.