Archieven

17 Voor de schepenen van Boxmeer is op 5 mei 1738 verschenen Harrit Jans Hurkens en zijn vrouw Hermina van Els en Harrit Cup mede namens zijn Eeken Rutten. Zij hebben getransporteerd aan Gerrit Harrits en zijn vrouw twee percelen land, het ene den Bogart genaamd en het andere de Cromzael te Boxmeer naast de weduwe van Thomas Harrits en Tillman Gerrits.

18 Voor de schepenen van Boxmeer is op 14 juni 1738 verschenen advocaat Franciscus de Raet als gemachtigde van gravinne douaniere tot Den Bergh, geboren Van Zeijll als moeder en voogdesse van haar onmondige zoon Johan Baptist tot Den Bergh, Hohensollern Sigmaringen als enige erfgenaam van Frans Wilhelm graaf tot Den Bergh Hohensollern Sigmaringen volgens volmacht van 14 juni 1738. Zij lenen f. 11.000,- tegen 4 %, van Pieter Costers en zijn vrouw Joanna Francisca Coeberge tot aflossing van een capitaal van f. 20.000,- geleend van Nicolaas Arnoldi met als onderpand een weide genaamd de Heere Weert. Lening afgelost en doorgehaald 1 april 1780.

19 Voor de schepenen van Boxmeer is op 14 juni 1738 verschenen advocaat Franciscus de Raet als gemachtigde van gravinne douaniere tot Den Bergh, geboren Van Zeijll als moeder en voogdesse van haar onmondige zoon Johan Baptist tot Den Bergh, Hohensollern Sigmaringen als enige erfgenaam van Frans Wilhelm graaf tot Den Bergh Hohensollern Sigmaringen volgens volmacht van 14 juni 1738. Zij lenen f. 9.000,- tegen 4½ %, van Martin van Heuckelom, majoor in het regiment Infanterie en zijn vrouw Theodora Agatha van Panhuijs, tot aflossing van een capitaal van f. 20.000,- geleend van Nicolaas Arnoldi, met als onderpand een weide genaamd de Heere Weert. Afgelost en doorgehaald 26 maart 1744.

20 Voor de schepenen van Boxmeer zijn op 14 juni 1738 verschenen Christiffel Strick en zijn vrouw Maria Anna van Dijck ter eenre en Maria Peeters weduwe van Corneelis van Zeeland;, Petronella van Zeelandt weduwe van Hermanus Sweeren voor zich en als momberesse van haar onmondige kinderen; Catharina van Zeelandt en Joanna van Zeelandt, allen tesamen geassisteerd door Johan Ansems, schepen. Zij verklaren dat tussen hun huis en het huis van Van Ripperbant een gemeenschappelijke oprit was. In een contract van 12 artikelen worden de afspraken tussen de buren opnieuw vastgelegd.