Archieven

17 Willem Couwenberg ziekelijk en zijn vrouw Geertruid Hendrik Spuls maken een langstlevende testament. Hij verklaart tot zijn erfgenamen van de goederen van zijn zijde gekomen, zijn broers en zusters. Zij verklaart tot erfgenamen van de goederen haar aangekomen, haar zusters en broers. Verders verklaren zij samen tot hun erfgenamen hun broers en zusters van de goederen die zij tijdens hun huwelijk hebben aangekocht.

18 Jan, Gerardus en Arien Francis Snoekx en Willem Voet, allen wonend alhier en op Schaijk verklaren met elkaar te zijn overeen gekomen, fat ze niet willen worden bevoorrecht met zodanige dispositie der gebruiken van het land, dicterende dat de dode hand met de levende zouden erven in de goederen na de door van Francis de Jong, wegens het overlijden van Johanna Francis Snoeks in tocht door hem bezeten; er mag een stuk land worden verkocht mits er 500 gulden wordt ingebracht in de boedel.

19 Bed Jan van den Heuvel weduwe van Dirk van Aalst maakt haar testament op. Zij prelegateert aan haar dochter Nel een jak en schort nieuw uit de winkel, item aan haar dochter Nel en Hendrik gezamenlijk 60 gulden en de hele inboedel, zoals die tijdens haar overlijden zal bestaan. Tot universele erfgenamen benoemt zij al haar kinderen.

20 Johannes en Johanna den Brok wonend alhier gaan de volgende scheiding en deling aan, van de goederen hun aangekomen bij overlijden van hun ouders: 1e lot is voor Johannes den Brok: een perceel broekland genaamd 't Geerke; teulland in de Nieuwe Heij; teulland op Nieuwe Heij; 2e lot is voor Johanna den Brok: teulland in de Klijnesteeg; 2 percelen teulland in de Nieuwe Heij.