Archieven

17 Johannes van Gerwen, landbouwer op Oosterens, verklaart f 500,-- schuldig te zijn aan Gerardus Dirks, landbouwer te Veghel. Als borg stelt hij bouw- en weiland te Uden.

18 Door Joannes Snoeks en zijn vrouw Helena Maria van der Wijst te Zeeland aan hun meerderjarige dochter Cornelia Snoeks met Adrianus van den Brand, wonende te Zeeland.

19 Johannes van Casteren, koopman te Sint Hubert, verhuurt aan Adrianus van den Brand, bakker te Zeeland, een huis met schuur, erf, stal, bakhuis, tuin, bouw- en weiland te Sint Hubert met de roerende goederen als bestaande winkel e.d. De huurprijs bedraagt f 180,-- per jaar.

20 Jacobus van Casteren, landbouwer te Beers; Francis van Casteren, landbouwer te Zeeland; Donatus van Casteren, landbouwer te Zeeland; Maria van Casteren gehuwd met Johannes Coenen, winkelier te Zeeland; Johannes van Casteren, koopman te Sint Hubert; Lambertus van Casteren; Helena van Casteren gehuwd met Johannes van Kuppenveld en Hendrica van Casteren gehuwd met Martinus van de Schans; allen landbouwers te Reek; gaan over tot scheiding en deling van roerende en onroerende goederen en contanten welke hen zijn aangekomen uit de nalatenschap van hun ouders Martinus van Casteren en Johanna van Amstel. Het betreft een huis met erf, tuin, bouw- en weiland te Reek, hooiland te Appeltern en de inboedel. Verdeling wordt beschreven.