Archieven

17 Delis soene wylen Dircx Jan Dircxs en zijn zoon Hanrick machtigen hun zwager Geritden soen wylen Hanrick Geritssoen 'porter ende inwoenre der stadt van Den Bossche', die getrouwd is met Elysabeth, dochter van voornoemde Delis, om namens hen 'te moegen soenen ende vergeven alsulcken misdaet, dootslach ende nederslach off hoedanich dat geschiet mocht wesen van yema[n]den inden persoen Jans soene wylen Delis soene wylen Dircx voergen[oemt], broeder Hanricx voirs(eyt) saliger, ende voert te heffen, te boeren, te manen ende te ontfangen ende mit recht te vervolgen alsulcken penningen, clederen, off ander cleynnodren als Jan soene wylen Delis voirs(eyt) aftergelaten mocht hebben leggende inder stadt van Brugge ofte anders waer'. Getuigen: Aert Hanricxs en Jan Hanricxs, schepenen.

18 Ariaen soene wylen Jacops van Henxthoevel heeft beloofd 12 Carolus gulden te betalen aan Wouteren Willemss van Coelen, 'provisoer' van de Tafel van de Heilige Geest te Veghel ten behoeve van die Tafel. Met voorwaarden. Getuigen: Aert Hanricx en Dirck Hanricx, schepenen.

19 Lucas soene wylen Lucas Donckers heeft beloofd 10 Carolus gulden te betalen aan Ariaen Jacopss van Henxthovel. Met voorwaarden. Getuigen: als voor.

20 'Ariaen heeft Lucassen geloeft desen scoubrieff nae desen vier jairen noch ond(er) vier jairen te verlengen oft hem gelieft.' Getuigen: als voor.