Archieven

17 Request van Adriaen Peter van Heeswijck molenaar van de korenwindmolen te Oerle [Oers], die deze molen heeft gepacht voor f 500 per jaar. Hij heeft slechte jaren achter de rug en kampt met prijzen uit bevroren en bedorven granen. Hij moet zonder knecht de molen laten malen. Hij kan er nauwelijks van leven laat staan die hoge pachtsom betalen. Hij moet zelfs in ‘sBosch het koren gaan kopen met grote onkosten van transport. Hij vraagt om een kwijtschelding van die hoge lasten

18 Request van Niclaes Blom controleur van de fortificaties in ’s-Hertogenbosch verklarende dat in 1674 door het slechten van de Petterlaarschans de grond ervan ‘quam ledich te leggen’

19 Request van de regenten en ingezetenen van Son en Breugel over de grote schade aan hun hooilanden gelegen in de omgeving van de Dommelstroom boven de watermolen van Son. Ze dienen een verzoek in aan controleur Blom of ‘den Hoijdoncxen overslach hebbende doen maecken mocht werden geauthoriseert tot het doen maecken vanden overslacht ofte stortbedde ontrent den Sontsen watermolen in confirmite van den placcate anno 1545 ende sulcx half ten coste van ’t lant ende half ten coste vanden geintresseerden wiens landen daerdoor werden gebeneficeert’

20 Request met de nodige inliggende stukken van Barbara van Dorp weduwe van wijlen rentmeester Pieck van Tienhoven i.v.m. de inning van menigvuldige restanten door haar man zaliger nagelaten – 21 juli 1681. Inliggend stuk met dezelfde inhoud waarin wordt aangegegevn dat de achterstallige betalingen zijn ontstaan vanwege de voorbije oorlog. Genoemd worden met name de schulden van de erfgenamen van Kelst. Inliggend een stuk van Johannes van Lokerenberch gehuwd met Johanna van Kelst de dochter van wijlen Symon van Kelst waarin hij verklaart de handelwijze van Barbara van Dorp te kunnen begrijpen, maar dat hij het betreurt dat ze hem ‘seer hart is overvallen ende doen executeren met deurwaerders’ i.v.m. houtschatten en onderrentmeesterschappen in de stad en Meierij in de jaren 1651-1657 en diverse volgende jaren. Ze overlegt twee specificaties de een van f 971 en 7 st. en de ander van f 1551 8 st. 4 penn.. Die bedragen komen hem vreemd voor temeer daar Symon commies is geweest op het kantoor der domeinen en van Pieck van Thienhoven zijn gages mocht ontvangen. Ook heeft hij veel buitendienst gedaan voor de rentmeester o.a. te Oirschot en heeft Franse Troepen moeten leiden in 1665 en 1666. Toen heeft hij veel penningen moeten verteren en uitgeven. Hij dient een verzoek tot surseance in. Hierop volgt een kopie van een verklaring van Juffrouw Machtelt van Berkenbosch de weduwe van Symon van Kelst over het leiden van die Franse Troepen in 1665/1666 – 27 mei 1678. Diverse kopieën uit 1678 van stukken van de hand van Johannes van Lokerenberch over dezelfde thematiek