Archieven

21 Missive van W.L.J. Spoor stadhouder van het drostambt binnen de baronie van Cranendonk stad Eindhoven en aanhorende heerlijkheden die ter kennis brengt aan de Ho: Mo: dat Simon Tissot van Patot luitenant in het regiment van generaal major Stuart, thans in particuliere eed der heren Staten van Holland zijnde, aan hem in diens kwaliteit had laten vragen om binnen Eindhoven te mogen werven, maar dat was geweigerd, maar ondanks dat ging Patot toch zijn gang met werven en transporteren van rekruten; een kopie wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de militaire zaken.

22 Missive van de luitenant generaal Van der Dussen gouverneur van ’s-Hertogenbosch die aan de Raad van State had doorgegeven dat sedert enige dagen aldaar zeer veel Franse soldaten passeerden, allen in troepen van 10-12 manschappen, met goede passen voorzien van de Graaf d’Esterhazi generaal van de Franse artillerie en hebbende permissie om zich gedurende de tijd van een jaar naar het buitenland te mogen begeven en welke direct allemaal naar Gorinchem zijn vertrokken; commandeurs en gouverneurs worden aangeschreven om bijzonder te letten op het inkomen van vreemde personen ook al zijn ze voorzien van verlofpassen [met details]

23 Rekest van Mr. Michiel Hubert oud schepen te Rotterdam met de Heer van Hilvarenbeek Diessen Riel en Westelbeers inhoudende dat de drossaard der gemelde heerlijkheden Karel Willem Heinsius enige tijd geleden is komen te overlijden en de suppliant, aan wie de begeving van het ambt competeert te rade was geworden het drossaardambt aan zich voor een zekere tijd te confereren en zichzelf aan te stellen tot drossaard en schout van Hilvarenbeek Diessen Riel en Westelbeers en verzoekt om de approbatie door de Ho: Mo:; akkoord. – zie ook folio 1029

24 Rekest van president, schepenen, borgemeesters, rekenmeesters, kerkmeesters en armmeesters van Waalre in kwartier Kempenland samen met Valkenswaard een heerlijkheid uitmaken en een rechtbank en jurisdictie waarvan de abten en prelaten van Echternach grondheren waren; de toenmalige abt heeft in 1318 afgestaan en verkocht aan de heerlijkheid en aan ieder der dorpen Waalre en Valkenswaard pro indiviso het gebruik van de oppervlakte heigrond tegen betaling voor het verkrijgen van dat octrooi, maar over het gebruik van de heide zijn de nodige disputen gerezen; het rekest wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken.