Archieven

21 Rekest van Jacob van Oudenhoven de laatste conventuaal van de Baseldonk te ’s-Hertogenbosch verzoekende nogmaals dat haar Ho: Mo: de rentmeester Van Leefdael de Heer van Deurne gelieven serieus aan te schrijven de suppliant van zijn achterstallen te voldoen.

22 Rekest van Johan de Ruyter kwartierschout over kwartier Oisterwijk inhoudende dat de suppliant tot handhaving van de plakkaten van het land en op basis van een resolutie van 19 juni 1685 op het subject van de aangroeiende stoutigheden der papisten in stad en meierij van ’s-Hertogenbosch genomen en de suppliant door de Ho: Mo: orders en last toegezonden op 10 augustus jl. door zijn stadhouder en assisterende vorsters binnen de heerlijkheid Hilvarenbeek hadden doen storen een grote vergadering van mensen wezende bij de anderen gekomen om de paapse godsdienst uit te oefenen en toen is geapprehendeerd de paap Philips Rijsbosch daar present, in zijn volle miskleren of priestergewaad zoals blijkt uit het bijgevoegde document; de voornoemde paap was een boete opgelegd van 600 gulden en wegens ‘het Huys’ verschuldigd was een boete van 200 gl. voor welke boete Tielman Lemnius president aldaar zich borg had gesteld, mitsgaders het sisteren van de voors. priester toties quoties dat I.Emens als drossaard van de genoemde heerlijkheid aangesteld door N.N. de Cort voor de helft, de Vrouwe der heerlijkheid van Hilvarenbeek had gedaan insinuatie en interdictie aan de voornoemde Philips Rijsbosch en Tielman Lemnius ten einde zij van de genoemde boetens niet meer dan de helft zouden betalen aan de suppliant [met nadere details].

23 Relaas over de moeilijkheden die waren gerezen tussen de gedeputeerden van het domkapittel van Luik waarom die van het kapittel het akkoord nog niet hadden geratificeerd dat was gesloten met de Baron de la Margelle en de domheer Faes over de heerlijkheid Lith met o.a. als aandachtspunt het onderhoud van de Lithse Toldijk [met details]. – zie ook folio 478, folio 528

24 Rekest van Johan Bacquer, Simon van Stockum, Willem en Goyart Baten en Arnout van Biestraten ingelanden en geërfden binnen de heerlijkheid Moergestel over de kwestie zoals beschreven op folio 359.