Archieven

21 Voor mij notaris verscheen Gerard Cornelissen Strick wonend in Den Dungen en belooft als schuldenaar op onderpand van zijn persoon en bezit om aan Gerit Aerts Godschalcks ook alhier wonend de som van 75 karolusguldens te betalen met een rente van 3 gulden zijnde 4 % en te voldoen per heden datum over een jaar in Den Bosch vrij van alle lasten. Het betreft geleend geld en als er dan niet wordt terugbetaald zal de zelfde rente blijven doorlopen totdat er is voldaan. De schuldenaar belooft als garantie voor de aflossing machtiging te geven aan de eerste toonder van deze brief om die voor schepenen van Den Bosch te doen realizeren of te laten vernieuwen. Aldus gepasseerd in Den Dungen op 6 maart 1692 in aanwezigheid van poorters als getuigen. Ondertekend: dit merk is van Gerit Cornelis Strick, Hendrick Hendricks van Os, Jan Hendrick Cuijpers, mij present W. Mans notaris.

22 Wateroverlast
Vandaag 6 maart 1692 verscheen voor mij als notaris Hendrick Huijsmans regent van Den Dungen oud ca. 83 jaar, Jan van Casteren oud ca. 57 jaar, Cornelis Lamberts Roijenheijn oud ca. 46 jaar en Peter Aerts van Griensven oud ca. 30 jaar, samen borgemeesters van het gehucht van Den Dungen die ten behoeve van de heren schepenen van St. Michielsgestel het volgende hebben verklaard. De heerlijkheid van St. Michielsgestel is oostelijk en naast dit gehucht Den Dungen gelegen en westelijk aan de jurisdictie van Vught verder grenzend aan een rivier genoemd de Essche stroom die er tussenin stroomt, verder noordelijk aan de fortificatie van de stad Den Bosch. Door deze heerlijkheid stroomt nog een rivier de Dommel, waar ter hoogte van Nieuw Herlaer diverse watermolens zijn gebouwd. Veel van de landerijen van deze heerllijkheid boven de sluizen van de watermolens lopen onder water zoals ook de landerijen beneden deze sluizen namelijk in het Bosch Broek, in het Bellenbroeck, op de Horrick nabij de Pleijn, bij de Brantse heijde, rondom het kasteel van Oud Herlaer tot Nieuw Herlaer aan de Volmeer en nabij de Pettelaer, waar zijne majesteit van Groot Britannie en het dorp zelf gemeenschappelijk daar ruim 200 morgens land bezitten. Door het opstoppen en schutten van het water in en nabij de stad voor de versterking ervan door de heer gouverneur sinds het slechte jaar 1672 zijn een grote hoeveelheid landerijen door het onder water lopen buiten gebruik geweest en speciaal in het jaar 1690 en 1691 voor de grootse helft heeft het dorp weinig voordeel van die gronden genoten. Vele gebruikers van die teullanden hebben die twee of driemaal moeten inzaaien en bovendien zijn onder deze heerlijkheid meer dan 1000 lopenzaad akkerland gelegen waarvan de boeren voor genoemde jaren geen zaad konden herkrijgen. De deponenten verklaren dat zij alles van tijd tot tijd zo hebben gezien omdat ze zelf in St. Michielsgestel wonen. Ze zijn bereid zulks later onder ede te bevestigen.

23 Voor mij notaris en getuigen verscheen Jan Antonissen van Beeck wonend te St. Michielsgestel aan de Dungense Cant en belooft als schuldenaar op onderpand van zijn persoon en bezit om aan Teunis Janssen Spierincks wonend in Den Dungen de som van 100 karolusguldens te betalen, per heden datum over een jaar, vrij van alle lasten in Den Bosch te voldoen samen met een rente van 5 gulden. Het betreft geleend geld en als er dan niet wordt betaald zal de rente blijven doorlopen totdat de hoofdsom is voldaan. De schuldenaar machtigt daarvoor de eerste toonder van deze brief om die voor schepenen van Den Bosch te laten realizeren of te doen vernieuwen. Aldus gepasseerd in Den Dungen ten mijnen kantore op 19 maart 1692 in aanwezigheid van Claes Peter Schoenmakers en Jan Hendricks Broeren inwoners en poorters alhier. Ondertekend: Jan Janssen van Beeck, Claes Peter Schoenmakers als getuige, Jan Hendricks, mij present W. Mans notaris.

24 Verkoop van honing
Voor mij notaris en getuigen verscheen Teunis Hermans Pulsers wonend in Den Dungen oud ca. 45 jaar, Pauwels Henrick Janssen wonend te Berlicom oud ca. ... jaar en Aert Gerits wonend te Schijndel oud ca. 38 jaar die op verzoek van Niclaes Sceijen molenaar op de .... molen te Middelrode het volgende hebben verklaard. Genoemde Teunis Pulsers verklaart dat hij op 12 december j.l. 1691 in aanwezigheid van de 2 laatste deponenten ten huize ook van de requirant aan Niclaes Sceijen een paar *bochts* van honing had verkocht onder voorwaarde dat de requirant boven de beloofde koopsom aan de deponent de sp.... (?) zou moeten leveren voor het stoken van genoemde bocht honing. De twee laatste deponenten zijnde Pauwels Hendrick Janssen en Aert Gerits verklaren dat ze op die zelfde dag ten huize van de deponent zijnde op de molen bij het verkopen van genoemde bocht honing aan het huis van de deponent daarbij aanwezig waren en ook hebben gezien en gehoord dat de verkoop aldus zo was gebeurd. De eerste deponent verklaart nog dat hij deze verkoop in zijn schuldboek had aangetekend met specificatie van dag en datum. De 2 laatste deponenten verklaren dat ze door de koper en verkoper duidelijk verzocht zijn geweest voor het drinken van de lijfkoop van deze verkoop en vervolgens ook met de koper en verkoper samen een kom brandewijn hebben gedronken en door de requirant werden verzocht daarvan kennis te nemen. Aldus gepasseerd in Middelrode in de heerlijkheid van Berlicom op 22 april 1692 in aanwezigheid van Jan Mattijs van Dijk en Claes Martens Veerdonck alhier wonend als getuigen. Ondertekend: Tonis Herman Pulsers, Paulus Hendricks, dit merk is + van Aert Gerits, dit merk is van + Jan Mattijs van Dijk, Claes Martens van de Verdonck , mij present W. Mans notaris.