Archieven

21 Staat en inventaris van Anthonij Jaspers, weduwnaar van Hendrisken Hoogerts. Huis etc. te Cuijk, vrij erf, O de kerkstraat, Z de heer de Haer, W de gemene straat, N Jan Mooren. Te Cuijk: bouwland, gen. Valussen Camp, 1½ mergen groot, vrij erf, O naast Biesemans Camp, Z de gemene straat, W de Boter Camp, N de Weledelgeb. Vrouwe van Heumen. De helft van De Baselaer, groot ½ mergen, vrij erf, O naast Jan van Lottum, Z De Valut, W Biesemans Camp, N Jan Mooren. Bouwland in de Oeijep, groot 1 ½ hond, vrij erf, O naast de kinderen van Gerardus Wijnandts, Z Elbert Melissen, W de gemene weg, N Jan Theunissen. Te St. Agatha: Huis etc. met de Hostert, O naast Lambert van Galder, Z de conventualen van St. Agatha, W en N de gemene straat. Bouwland, in het geheel 4 hond, O de gemeene straat, W de weduwe van Anthonij van Gelder, Z en N Hendrick Kerstens. Bouwland, gen. De Heijcamp, groot 1 hollandse mergen, O aan de gemene weg, Z Hendrick Kerstens, W de Vrouwe van Heumen, N Berend Scheffers. Bouwland, groot 4 ½ hond, vrij erf, O de gemene weg, Z Hendrick Kerstens, W Geurt Diemers, N Juffr. van de Graaff. Bouwland, groot 1 hollandse mergen, gen. het Maesselaer, vrij erf, O Hendrick Kerstens, Z Lambert van Galder, W de gemene dijk, N Peter van Euij. Bouwland, groot 3 ½ hond, gen. de Gal, O de conventualen, Z Hendrick Kerstens, W Jan de Laeracker, N naast de conventualen. Hooiland, groot 1 hollandse mergen, gen. de Sueren Camp, O naast Bart Haenen, Z Hendrick Kerstens, W de gemene straat, N Lambert van Gelder. Hooikampje, groot 2½ hond, vrij erf, O naast de conventualen, Z Gerrit op de Spronck, W Bart Haenen, N Lambert van Gelder. Verder de schulden, contanten, de veestapel, goud, zilver, kleding, linnen, wollen, huisraad etc.

22 Huwelijkscontract tussen Claes Lucassen, weduwnaar van Aldegonda Peters, geassisteerd met Dirk Peters en Steven Peters en Geurt Jans Duijff, ooms en momboirs over de 4 onmondige kinderen, en Neesken Peters, jd, geassisteerd met Peter Pauwels en Jan Pauwels, haar vader en broer. De bruidegom brengt de goederen in, die hij momenteel heeft, de bruid brengt 100 gulden in, verder datgene wat zij in de toekomst zullen erven. De voorkinderen krijgen als moederlijk bewijs 50 gulden, uit te keren bij mondigheid of huwelijk. Kinderen uit dit huwelijk worden gelijkgesteld aan de voorkinderen en krijgen een gelijk deel uit de nalatenschap, met aftrek van voornoemd moederlijk bewijs. Indien er geen kinderen geboren worden en de bruidegom overlijdt binnen een jaar en 6 weken, dan krijgt de bruid 50 gulden. In geval van vooroverlijden van de bruid binnen een jaar en 6 weken, krijgt de bruidegom 25 gulden. Als de bruidegom overlijdt na voornoemd tijdsbestek en er zijn geen kinderen geboren, dan krijgt de bruid 100 gulden en de bruidegom bij vooroverlijden van de bruid 50 gulden.

23 Huwelijkscontract tussen Jan Peters, weduwnaar van Maria Jans, wonend te Haps, gassisteerd met Gerrit Jans en Hendrik Jans de Bruijn en Jacob Peters, ooms van vaders en moederskant en momboirs van zijn onmondige dochter Jenneken Jans, en Derisken Martens, jd, gassisteerd met Hendrik Jans op de Mont, haar grootvader, en Marten Hendrikx, haar vader. Het voorkind krijgt wanneer zij mondig wordt of trouwt 500 gulden, 100 gulden als moederlijk bewijs, en 400 uit de erfenis van haar grootmoeder. Verder een kist en de kleding die van haar grootmoeder en haar moeder zijn geweest. Dan krijgt zij de 4 procent intrest van de 400 gulden, uit te keren wanneer zij 14 jaar wordt. Kinderen uit dit huwelijk worden gelijkgesteld aan het voorkind en krijgen een gelijk deel uit de nalatenschap, met aftrek van voornoemd moederlijk en grootmoederlijk bewijs. Als er geen kinderen worden geboren, dan krijgt de langstlevende de helft van de goederen en de tocht over de andere helft.

24 Huwelijkscontract tussen Hendrik Hendrix, jm, geassisteerd met zijn stiefvader Claas Peters, en Maria Jacobs, weduwe van Theunis Jans de Bruijn, geassisteerd met Jacob Jacobs, haar broer, en Gerrit Jans de Bruijn en Hendrik Jans de Bruijn, ooms en momboirs over haar 2 onmondige kinderen. De voorkinderen krijgen als vaderlijk bewijs ieder 250 gulden, uit te keren bij mondigheid of huwelijk. Kinderen uit dit huwelijk worden gelijkgesteld aan de voorkinderen en krijgen een gelijk deel uit de nalatenschap, met aftrek van voornoemd vaderlijk bewijs. Als er geen kinderen worden geboren, dan krijgt de bruid bij vooroverlijden van de bruidegom 100 gulden uit diens goederen, de bruidegom krijgt 150 gulden bij vooroverlijden van de bruid. Verder naar landrecht.