Archieven

20 Jan Hanen, Lambert Hanen en Derske Verschoor el, kinderen en erfgenamen van Gerrit Hanen en Jenneken Deckers, hierdoor voor 1/6 part erfgenaam van hun moeder in de goederen die zij in tocht had uit haar tweede huwelijk met Jan Thomassen van Kempen; verder Derck van Kempen en Cornelia Beckers el, Peter Kuijpers en Helena van Kempen el, Francois Theonville gehuwd geweest met wijlen Geertruij van Kempen, ook voor zijn minderjarige zoon Godefridus; Theodorus van Middegaal, Godefridus van Kempen en Roeloff Jans als momboiren over dezelfde Godefridus, Jan Moren gehuwd geweest met wijlen Jacomina van Kempen; Jacobus Johae en Peter Huijbers, momboiren over de 4 minderjarige kinderen van Jan Moren en Jacomina van Kempen, allen kinderen van Jan Thomassen van Kempen en Jenneken Deckers. Hierdoor voor 1/4 part erfgenaam van hun vader en voor 1/6 part van hun moeder. Ze maken een erfmagescheid. Jan Hanen en Lambert Hanen krijgen eerst hun vaderlijk deel. Hierna wordt de goederen van Jan Thomassen van Kempen in vier parten verdeeld, waarna een loting zal plaatsvinden. Eerst de 2 moederlijke loten voor de eerste comparanten: 1e lot: Bouwland, groot 4 hont te Klein Linden, oost Lambert Hanen, zuid het gemeene broek, west de kinderen van Loeff Huijbers, noord de gemeene straat, bouwland, groot 1 mergen te St. Agatha, genaamd het Cuijksevelt, oost de gemeene weg, zuid de Conventualen, west de Vrouwe van Macken, noord Francis Theonville. Ter redding van de boedel moet het lot 20 gulden uitkeren en gaat naar Jan Hanen; 2e lot: De helft van een stuk hooiland, genaamd de Hogencamp, groot 3 1/2 mergen. De ene helft ligt te St. Agatha, de andere helft bij Oeffelt gelegen tussen grond van de Conventualen. Ter redding van de boedel moet het lot 5 gulden uitkeren en gaat naar Lambert Hanen. Vervolgens de loten in vaderlijke en moederlijke goederen: 1e lot: Een weikamp, genaamd het Slopgat, oost het Crijtkamp, zuid het kleine Slopgat, west de gemeene straat, noord de weduwe Dries Martens;

21 Jan Nelissen als vader en zijn kinderen Leendert Jansen, Anthonij Driessen gehuwd met Sibilla Jans, Peter van den Heuvel gehuwd met Maria Jansen, Thomas Jans en Peter Jans, maken een akkoord. Jan Nelissen verklaart uit vrije wil aan zijn kinderen over te geven alle ongerede goederen, obligaties, actien, crediten, actieve en passieve schulden. De kinderen zullen hun vader elk 40 gulden zijn leven lang uitkeren.

22 Hendrick Derx, Jan Jans Ermens, Thomas Peters, momboirs over Hendrina Hendrix, minderjarige dochter van Hendrick Gerrits Deenen en Peterken Lambers; Hermen Jans weduwnaar van Elisabeth Jans, de overleden stiefmoeder van voornoemde Hendrina Hendrix. Hendrina Hendrix zal in eigendom blijven behouden 1/4 part in huis, schuur, bakhuis, hof, met bouw- en weiland te St. Hubert en tegenwoordig bewoond door Jan Jans Ermens. Tevens nog 130 gulden, die Hermen Jans aan haar of haar momboiren zal moeten uitkeren, ter voldoening van de voorwaarden in het huwelijkscontract gepasseerd te Cuijk 1-6-1726. Hendrick Gerrits Deenen en Elisabeth Jans hebben geen kinderen nagelaten. Hendrick is als eerste overleden, zodat Elisabeth Jans helft van goederen in eigendom en andere helft in tocht heeft bezeten. Bij haar hertrouwen met Hermen Jans is er een staat en inventaris opgemaakt te Cuijk 17-4-1732. Hendrina Hendrix krijgt huis, bakhuis, hof en 1 mergen bouwland te Haps, een zijde Jan de Smit, andere zijde Aerdt Hendrix, een eind op het Coninghsvrij, het andere eind de gemeene straat. Als erfgenaam van Elisabeth Jans zal aan Hermen Jans moeten worden uitgekeerd 120 gulden. Tevens zal hij in eigendom houden 1/3 part in huis, schuur, bakhuis, hof, en 3 mergen bouw- en weiland aan de Aghterdijk te St. Hubert, een zijde Claes Theunissen, andere zijde Wilbert Schout, een eind de Aghterdijk, andere eind de watering.

23 Mr. Hendrik van der Gronden, advocaat fiscaal over Grave en Land van Cuijk, gelaste van Jan Broekman, Jan van Wesel gehuwd met Margareta Broeckman, Willem Janssen Pasgeven gehuwd met Elisabeth Broekman, erfgenamen van Maria de Bont, procuratie gepasseerd te Amsterdam bij notaris Ardinois 29-3-1737; Peter Hermens en Hendrik van Lottum als vroegere momboirs van voornoemde Maria de Bont. Er is een geschil ontstaan over het testament van Maria de Bont, gepasseerd te Cuijk 19-1-1733 voor notaris de Haan. Ter voorkoming van een proces, komen zij het volgende overeen: Eerste comparanten krijgen het land hen bij scheiding en deling aanbedeeld voor 60 gulden. Verder het restant van een obligatie ten laste van de weduwe Krebber te Groeningen, voor 210 gulden. Verder het restant van een obligatie ten laste van Johan de Laaracker van 269 gulden en 18 stuivers. Een gevest kapitaal van 620 gulden ten laste van Johan Krebber en de heer Wichman. Een kapitaal van 500 gulden met 20 gulden intrest ten laste van Hendrik van Lottum bij scheiding en deling aangedeeld aan Maria de Bont. Een kapitaal van 200 gulden ten laste van de weduwe van Anthonij van Gelder. Een kapitaal van 150 gulden, ten laste van Ruth Huijbers, wonende op de Hoenderberg te Heeswijk. Een kapitaal van 50 gulden ten laste van Christina, wonende op de Roode Voort te Heeswijk. Tenslotte nog 13 gulden, alles tesamen 2092 gulden, wat eerste comparanten reeds ontvingen. De meerrest van nalatenschap zijnde 438 gulden en 10 stuivers, en verder de inboedel van linnen en wol van Maria de Bont, zullen blijven bij de tweede comparanten. Hiervoor zullen zij overgebleven schulden betalen, ook begrafeniskosten.