Archieven

21 Joannes van Bergen verkoopt aan Roelof Bexkens en zijn vrouw een perceel land, groot 1 morgen en 30 roeden gelegen in de Bakelgeerd alsmede een perceel land gelegen op de Winkelpad, groot 44 ½ roeden.

22 Hermanus Zelten en zijn vrouw Wilhelmina Willems verklaren Fl. 50,-- schuldig te zijn aan de weduwe Biedix; Gerrit Eupen en zijn vrouw Antonetta Selten zijn Fl. 150,-- schuldig wegens ontvangen winkelwaren eveneens aan de weduwe Biedix, alsmede nog Fl. 100,-- wegens ‘verschooten”(=voorgeschoten) penningen. Voor het totaalbedrag wordt als onderpand gesteld een huis met hof, groot 86 ½ roeden; perceel heiland groot 2 morgen en 95 roeden, destijds aangekocht van Derk Ebben; perceel nieuw erf groot 2 morgen en 95 roeden. Deze percelen zijn bovendien belast met Fl. 500,-- ten behoeve van Aldegonda Aalders, Magdalena Selten en de afwezige Joh. Selten voor wie Cornelis Jeurgens nu als geassisteerde compareert.

23 Agatha Cecilia Vos weduwe van Jacob Hoctin, geassisteerd met J. Muller verkoopt aan haar zoon Philibert Hoctin en zijn vrouw haar huis en hof gelegen aan de Steenstraat, groot 108 ½ roeden.

24 Henrica Juliana Verzijl, met volmacht van haar man Joannes van Hoogstraaten, chirurgijn en vroedmeester, volgens akte van 23-01-1791 te Millingen, verkoopt aan Allegonda van Oeffeld een huis en hof, gelegen in de Pastoorsbiest, groot ca. 4 ½ roeden, beginnend bij de put van Jan den Hoedenmaker. Het onroerend goed is bezwaard met een kapitaal van Fl. 200,-- ten behoeve van de paters alhier.