Archieven

21 Catharina Margareta van Roer, Anna Margareta Rockelius weduwe van luitenant Pierling, Geertruijt Maria Cornelia van Dort geboren Smout, Hendrick Coebergh, koopman als lasthebbend van luitenant kolonel Wilhelm Borghaert de Bruijn, Herman Georg van Zevenaar, Mattheas Eversdijck en Catharina van Rhede geboren van Rohr overhandigden een besloten testament van 6 juni 1696 met de volgende inhoud: Maria en Amilia Pierlingh, zusters, benoemen de langstlevende van hen tot erfgename en legateren daarnaast aan de kinderen van hun neef Jacob Pierlingh een rentebrief van achthonderd gulden ten laste van de stad Grave; idem aan onze neef Casparus Walrigh tweehonderd vijftig gulden; verder aan de diakonie der armen van de stad Grave vijfentwintig gulden; uit de verdere overblijvende goederen aan de kinderen van onze neef Jacob Pierlingh een zevende part; aan de kinderen van onze neef Goduard Jacob van Roer voor het tweede; de kinderen van Johanna van Roer weduwe Eversdijck voor het derde; voor de kinderen van onze nicht Geertruijt Mechtelt van Roer getrouwd met Sevenaer voor het vierde; de kinderen van onze nicht Anna Margriet van Roer voor het vijfde; de zoon van onze nicht IJda van Roer genaamd Bruijn voor het zesde en tot slot onze nicht Catharina Margriet van Roer weduwe Haes voor het zevende part.

22 Willem Decquére, oud ongeveer 62 jaar, Thomas Vincent, oud 29 jaren en Johan Vergeest, oud 71 jaren verklaren op verzoek van Godefridus van Gaellen dat zij goed hebben gekend Johan van Gaelen, de zoon van Arnoldus van Gaelen en Maria van der Velden, zijn vrouw en dat zij eerlijke, vrome en onbesproken lieden zijn geweest en dat zij ter goede naam en faam bekend stonden.

23 Henderina Coebergh weduwe van Evert Hoornhens, wonende te Grave wil en begeert dat haar zoon Hendrick Keunen en zijn kinderen al haar nagelaten goederen zullen erven.

24 Petronella van den Brugge vrouw van Fransis Oudenseel machtigt Arnoldus Aerts, procureur te Boxmeer om namens haar te beschudden [naasten] een huis staande op de hoek van de Molenstraat te Boxmeer, verkocht door haar tante Sophia Aerts weduwe van Hendrick Hendricx aan Johan van Elswich, chirurgijn.