Archieven

21 Mombers brief voor de kinderen van Gijsbert Ariens de Wert.
Voor Gijsbert Clijngh ende Henrick Ariens, schepenen in Maren, is verschenen Claes de Cock stadthalder tot Maren. Deze stelt tot mombaers over de onmundige kindeeren van Gijsbert Ariens de Weert, te weten 5 kinderen: Arien Gijsberts, Dinge Gijsberts, Maria Gijsberts, Jan Gijsberts ende Elisabet Gijsberts, als te samen kinderen vande voorn. Gijsbert Ariens d’Werdt verweckt bij Lentijen Peeters van Weerthuijsen: Geerit Peetrers van Weerthuijsen ende Bartel Janssen de Weerdt. Gevende d’selve cracht voorden onmundige te vercoopen 2 hoont lants ende de penningen te ontfangen ende die te gebruijcken naer haeren raet ende daer van te doen behoorlijcke reeckeninge ende bewijs.

22 Procuratie voor de mombaers van de kinderen van Gijsbert Ariens de Wert.
Claes de Cock stadthalder ende Arien Joosten, Gijsbert Clijngh, Wouter Cornelissen, Henrick Ariens, schepenen in Maren, hebben ontfangen het versoeck vande mombaers vande onmundige kinderen van Gijsbert Ariens de Weerdt verweckt bij Lentijen dochtere Peeter de Koijman, te weten vande Bartel Janssen de Weert vande vaders sijde ende Geerit Peeters van Weerthuijsen vande moeders sijde, als gestelde mombaers vande voors onmundige d.d. 19-6-1678. Soo geven wij stadthalder ende schepenen hierboven genoempt volcomen macht ende authoriteijt aende voorn. mombaers dat sij sullen verkopen 2 hont lants gelegen op het kerckvelt onder maren om daer meden den boedel ende het huijs te reparreren ende te ridderen vanden onmundige ende de penningen te ontfangen ende daer van te doen behoorlijcke warantschap volgens mombaers recht.

23 Voor Gijsbert Clijngh ende Wouter Cornelissen, schepenen in Maren, zijn verschenen Bartel Janssen de Weerdt ende Geerit Peeters van Weerthuijsen als mombaers vande onmundige kinderen van Gijsbert Ariens de Werdt. Dezen hebben verkocht aan Henrick Peeters 2 hont lants op het kerckveelt, belendingen: de rentmeester; Henrick Peeters; de gemeijne straet; de brocklanden; dat volgens authorisatie van stadthalder ende schepenen in Maren d.d. 12-6-1678.

24 Voor Adriaen Joosten ende Henrick Ariens, schepenen in Maren, is verschenen Nesken dochteren Adriaen Gijsberts de Weerdt. Deze bekent dat sij haeren broeder Adriaen Gijsberts de Weerdt hadde gedaen de somme van 100 gulden opden 24-8-1677 soonder eenige schrijvens daer van gehadt te hebben ende maer het overlijden van haeren voorn. broeder die getrout was gewest met Strijntijen doochteren Peeter Gerits naer gelate wedue van Jan Arien Drissen, soo heeft den voors Adriaen Gijsberts de Wert bij testamente aen sijne huijsvrou gemaeckt alle sijne goederen om die te vercoopen, tot betalinge van haer beijder schulde die sij bij malcanderen hebben gemaekt. Nu is sulcx dat sij Nesken haere penningen werder woude hebben, die Stijntijen voors voor ons op dato onder ges. aen Nesken heeft betaelt ende so kent Nesken dat sij daer van ten vollen is voldaen ende betaelt metten intrest vandien ende bedanckte haer van goede betalinge.