Archieven

21 Hendrina Kuijpers, vrouw van Hendricus de Wit, landbouwer te Uden legateert aan de gezamenlijke broers en zusters een perceel wei- en bouwland te Volkel, genaamd Lankhuis, haar aangekomen van haar ouders en f 300,--. Het vruchtgebruik van deze legaten is voor haar man en diens broer Francis de Wit, hun leven lang. Het vruchtgebruik van alle overige goederen gaat eveneens aan haar man en diens broer Francis de Wit maar de erfgenamen hiervan zijn de kinderen van haar mans broer wijlen Theodorus de Wit en aan de kinderen van zijn zus Johanna de Wit en Peter van Lankvelt en de zoon van Theodorus de Wit, genaamd Gerard de Wit. (Zie akte 20 en 24)

22 Op verzoek van Jan van der Loop te Uden om betaling te verlangen van Jacobus van Welie te Uden voor de som van f 62,12.

23 Op verzoek van Jan van der Loop te Uden om betaling te verlangen van Jacobus van Welie te Uden voor de som van f 32,20.

24 Hendricus de Wit, landbouwer op de Hoeve, legateert aan het kind van zijn zuster Johanna de Wit en Peter van Lankvelt, genaamd Wilhelmina van Lankvelt de helft in een perceel wei- en bouwland op de Hoeve, genaamd den Elsen. Aan het kind van wijlen zijn broer Theodorus de Wit, met name Johanna de Wit, f 50,--. Erfgename van het vruchtgebruik van het overige van de nalatenschap gaat naar zijn vrouw Hendrina Kuijpers en zijn broer Francis de Wit. Erfgenamen van de bloten eigendom zijn de kinderen van wijlen zijn broer Theodorus de Wit en de kinderen van zijn zuster Johanna de Wit, vrouw van Peter van Lankvelt en neef Gerard de Wit. (zie akte 20 en 21)