Archieven

25 Anthonij van der Grond, advocaat namens de hoogwaardige heer Frans Philip, brigadier van de koning van Pruisen en namens de hoge vrouwe Angela Maria van Raveschot, volgens een volmacht verleend door de schout en schepenen van Maasbommel op 16.09.1708; alsmede de hoge vrouwe Mechtildis van Wijnbergen, als douairière en erfgename van wijlen de heer Alousius Ferdinandus, baron van Raveschot de Capelle en ook van zijn broer François Dominicus de Capelle, in leven kapitein in dienst der Nederlanden, volgens volmacht van 29.06.1703. Allen zijn voor 3/8 part erfgenamen van de nagelaten goederen van de heer Hendrick van "Stede" en zijn vrouw Johanna Theodora van Raveschot de Capelle, welke gelegen zijn te Oploo. Deze goederen worden thans verkocht aan de drossaard Jacob de Breff en zijn vrouw Maria Anna van der Poll. Het betreft 3/8 part in een huis met hof, schuur, bouw- en weiland, voor een bedrag van 250 guldens en volgens koopvoorwaarden van 14.09.1708.

26 De heer Hendrick Thomassen handelend namens de schepenen en de commies Engelbert de Greve als gevolmachtigde van de heer Vitus Willem van Vlodrop, als man en momboir van jonkvrouw Charlotte Mechtildis Raveschot van Capelle, wonende te Weert in het Kempenland, volgens akte voor notaris de Swart van 15.09.1709 te Grave. Comparant verkoopt aan drossaard Jacob de Breff en zijn vrouw Maria Anna van der Pol, zodanig achtste part, als erfenis van wijlen Hendrik van "Stede" en zijn vrouw Johanna Theodora van Raveschot de Capelle, onder dezelfde voorwaarden als de verkoop van 3/8 part d.d. 14.09.1708 en eveneens voor een bedrag van 250 gulden.

27 Marten Aerts en zijn vrouw Handerske Jacobs, mede namens wederzijdse broers en zusters, verklaren 275 gulden schuldig te zijn aan Willem Jans en zijn vrouw Hendrina Jans. Scholtus: Rutger de Haen

28 Peter Aerts en zijn vrouw Reijntje Jans Thunissen verkopen aan Albert Jans Thunissen een bouwhof, schuur, schop, bouw- en weiland, groot tezamen 5 Hollandse morgen en gelegen binnen Oploo, grenzende nevens de Beek, de kinderen van Jacob in de Weij, Jacob Rovers, Jan Jans, Marten Pouwels, Willem de Weert, de gemeene straat en Peter Jacobs en anderen, voor een bedrag van 1.500 gulden.