Archieven

25 Maria Tonis Peeters weduwe van Hendrik van de Laarschot, wonende te Dinther verklaart van de regenten van Dinther betaald gekregen te hebben 243 gulden 3 stuivers en 14 penningen ten laste van het corpus volgens een schepenschuldbrief ten behoeve van Elias Janse van de Laarschot van 20-9-1666, haar aangekomen bij versterf van de grootvader van haar voornoemde man.

26 Leendertje Adams, wonende te Uden machtigt Jan Jansse van Erp, wonende te Dinther om uit haar naam te vorderen en ontvangen enige penningen, haar aangekomen bij successie.

27 Jacob, Dirck, Cornelis, Wijnant, Jenneke en Maria, allen mondige kinderen van Aart Jacob Andriessen en Margriet Jan Adriaens Groenendaal; Hendrik Peeters gehuwd met Anneke; Adriaan Teunis Teeuwis gehuwd met Catalijna, beiden dochters van voornoemde Aart Jacob Andriessen; Paulus Claessen van Gogh en Nicolaes Jansse Zuijskens als momboirs over Antonij en Johan, onmondige kinderen van Aart Jacobs en Margriet voormeld, willen nalatenschap van hun ouders gaan delen. Het betreft: een huis, hof, boomgaard te Dinther in de Commerstraat aan de Heuvelhoeff competerend aan het gasthuis te ’s-Hertogenbosch; 3/16 deel in een huis, hof en aangelegen teul- hooi- en weiland te Dinther in het Loosbroek; teulland in de Commerstraat; hooiland omtrent de watermolen, genaamd de Bulten; hooiland Schijndel; hooiland Dinther omtrent de watermolen genaamd de Geerendonk en de Dagmaet; teulland op het Retsel; teulland op den Schijndelse acker en kontanten.

28 Catharina van Geffen weduwe van Andries van Ravesteijn verklaart ontvangen te hebben van Jacobus van Oerle, curateur over enige percelen uit de boedel van Aelbertus Jansse Dortmans, waarvan bij Joost Jan Aarts van Haselberg en Maria Tonis weduwe van Hendrik van de Laarschot, behoorlijk handlichting is gedaan een som van 140 gulden in voldoening van een kapitaal bij voornoemde Aelbertus Dortmans en zijn broers Dirk en Peeter, volgens schepenbrieven van Dinther in dato van 28-12-1720.