Archieven

245 Op verzoek van Maria van Ham, zonder beroep; Johannes van Ham, landbouwer; Arie van der Linden, landbouwer en Maria van der Linden, zonder beroep; allen te Uden, openbaar verkopen van onroerende goederen hen aangekomen, te weten: eerste verkoopster voor de helft en tweede verkoper voor een 1/4 uit de nalatenschap van hun vader Lambertus van Ham. Deze had ze verkregen bij deling voor notaris Scheij van 12.01.1820. (geen akten) De derde en vierde comparant ieder voor 1/8 uit de nalatenschap van dochter en zus Hendrina van der Linden in leven echtgenote van Johannes van Ham. (geen akten). Het betreft: een huis met tuin, bouw- en weiland en schaarhout te Uden. Zie akte 264.

246 Door Petrus Albert Schoenmakers te Uden zich sterk makende en de rato caverende voor de heer Petrus Johannes Sweens te ’s-Hertogenbosch ten behoeve van Hendrikus Martinus van Kessel te Uden.

247 Op verzoek van Arnoldus van den Berk, landbouwer te Uden, openbaar verkopen van schaar te velde op Leegveld, Hogendries, de Geer, de Lange Stukken en Voorste Kamp, voor een totaalbedrag van f 428,--.

248 Op verzoek van Adrianus de Jong, landbouwer te Loosbroek onder Dinther, openbaar verkopen van schaar te velde te Nistelrode op Menzel, Streep, Menzelsveld, de Kamp, het Beemtje, de Bus en de Hoef, voor een totaalbedrag van f 225,85.