Archieven

246 Deling tussen Matthijs Miekens man van Maria van Boxmeer, Jan van Boxmeer en Emmerens van Boxmeer, geassisteerd door Jan en Peter Lamberts van Boxmeer, ‘haere respective oomen, allen kinderen en erffgenamen van Willem Lamberts van Boxmeer bij Mechtelt van den Bogaert, echte luijden van alsulcke goederen als deselve hebben achter gelaten binnen desen dorpe van Vechel’. Jan Willems van Boxmeer krijgt toebedeeld ‘halff huijs, schuer, hoff en achtercamer met alle gerechtigheden van dien, genaemt de Drie Swaentjens in de Straet binnen Vechel’, e.z.: Goort Jan Goorts van Dooren, a.z.: Jan Ariens van de Sande, e.e.: gemeijne straet, a.e.: Matthijs Niekens. Dit goed is belast met jaarlijks: 14 gulden aen Jan Wolffwinckel int Meuleken tot s’ Bosch, zijnde helft van erfelijke rente van kapitaal van 600 gulden; helft van 3 stuivers en 2 oort ‘aen armen van Vechel, 5 vaten rogge aen selve armen gereduceerd op 2 gulden te betalen met Jan Ariens van de Sande; De helft van 3 stuivers en 8 penningen aen kercke van Vechel. Emmerens van Boxmeer krijgt toebedeeld halff huijs, schuer, hoff en achter camer met alle gerechtigheden van dien, genaemt de Drie Swaentjens in de Straet binnen Vechel, e.z.: Goort Jan Goorts van Dooren, a.z.: Jan Ariens van de Sande, e.e.: gemeijne straet, a.e.: Mathijs Niekens. Dit goed is belast met jaarlijks: 14 gulden aen Jan Wolffswinckel int Meuleken tot ’s Bosch, zijnde helft van erfelijke rente van een kapitaal van 600 gulden; helft van 3 stuivers en 2 oort aen den armen van Vechel; helft van 5 vaten rogge aen den selven armen, gereduceerd op 2 gulden te betalen met Jan Ariens van de Sande; helft van 3 stuivers en 8 penningen aen kercke van Vechel; Matthijs Niekens man van Maria van Boxmeer krijgt toebedeeld den Coolencamp, synde hoij of weijvelt, e.z.: Peter Lamberts van Boxmeer, a.z.: Medegaels Broeckxken, e.e.: gemeynen voetpat, a.e.: heer Tibos;

247 [VERVOLG AKTE] ‘Item is geconditioneert alvorens enige scheijding dat Marijken sijn voordochter sal hebben en genieten wegens sijn grootmoeders goet vijfhondertdertigh gulden eens. Jan Henrick Thijssen man van Maria dochter van Jan Joorden Donckers krijgt toebedeeld ‘huijs, hoff en aengelagh opt Havelt, e.z.: Lanckvektse hoeff, a.z. en e.e.: gemeijne straet, a.e.: op een cluijtven; Stuk teulant, den Schoot, e.z.: Theunis Henrick Lambeerts, a.z. en e.e.: Jan van Dooren, a.e.: Lanckveltse Hoeff. Acker teulant, Harsken Bussenaers lant’, e.z.: Mardalena weduwe Marten Dirck Martens, a.z.: Snelleven, e.e.: Goort Henrick Gerits cum suis, a.e.: heer Zantvoorts hoeff, a.z.: Henrick Claessen. Stuck teulant int Akert’, e.z.: Jan Thijssen van den Hurck, a.z.: kinderen Aert Jan Leesten, e.e.: Michiel Aerdt Theunis van Eerdt. Acker teulant, Henrickmans acker’, e.z.: Aleken weduwe Jan Dirck Martens, a.z. en e.e.: gemeijne straet, a.e.: Theunis Henrick Lamberts. Acker teulant, e.z.: Henrick Claessen, a.z.: Theunis Henrick Lamberts cum suo, e.e.: Santvoort hoeff. Acker teulant de Cluijtert, e.z.: Goort Henrick Goorts, a.z.: condivident, e.e.: Jan Rombots van Zutphen, a.e.: gemeijne straet. Eeussel, e.z.: Gerrit Arien Boermans cum suis, a.z.: Theunis Henrick Lamberts, e.e.: Jacob Jan Jacobs, a.e.: gemeijne straet. Hoijbeemt aen den Schopacker, hoijend met Jan Thijssen van den Huck. Goed belast met jaarlijks: balckchijns van ½ stuiver; 3 gulden aen zinnelooshuys tot s’ Bosch; Helft in ‘een buendervelt’, e.z.: Claes Theunissen cum suis, a.z.: Henrick Claes Marcelissen, e.e.: kinderen Jan Thijssen, a.e.: Ariaen Willens. Hoijbeemt in den Appelerweert, e.z.: Magdalena Martens, a.z . en e.e.: reviere de Aa, a.e.: Jacob Jan Jacobs cum suis. Obligatie van kaptaal van 250 gulden tot last van corpus van Vechel.

248 [VERVOLG AKTE] Twee streepkens lant aen het Bueckelaer, e.z.: en e.e.: Jan Claes Marcelissen, a.z.: Dirck van den Tillaer, a.e.: gemeijnte. Helft van acker teullant, ongescheijden en ongedeijlt liggend met Jenneken weduwe Sijmon van Rixtel, e.z.: Ariaen Aerts van Schijndel, a.z.: Adriaen Willems, e.e.: Cornelis Dirckx, a.e.: H. Geest Hoeve van Den Bosch. Perseel teullants aent Bueckelaer, genaemt Helvoirts velt, e.z. en e.e.: Jan Tijssen van den Hurck, a.z.: Jan Peter Henrick Lamberts, a.e.: Dirck Jan Henrick Dirckx. Twee stucken landt, e.z.: Ariaen Boermans, a.z. en e.e.: Jan Tijssen van den Hurck, a.e.: erfgenamen van Aert Schuppens. Perseel groeslant, genaemt het Binnencampken, e.z.: Arien Boermans cum suis, a.z.: H. Geest van Den Bosch, e.e. en a.e.: Jan Thijssen van Hurck. Groesveltien genaemt het Startgat aent Bueckelaer, e.z.: Ariaen Boermans, a.z. en e.e.: Jan Tijssen van den Hurck, a.e.: erfgenamen van Aert Schuppens. Perseel hoijlants achter den Schopacker, hoijend met Aert Willem Everts cum suis’. Perseel hoijlants, genaemt in Melissen Beemt, hoijend met Aleken Jan Dirck Marttens cum suis’. Dit lot is belast met jaarlijks: 12 vaten gerst Vechelse maat ‘aent comptoir van heer van Deurne als geestelijck rentmeester; 4 gulden en 10 stuivers aen armen van Vechel; 2 gulden en 2 stuivers aan Henrick van Eijl als rentmeester van een gasthuijs tot s’ Hertogenbosch; cijns aan heer van Helmond; cijns van 2 stuivers aan domeinen van Brabant. Dit lot moet 100 gulden betalen aan tweede lot. Dit lot krijgt ook kapitaal van 200 gulden, te betalen door Melter Lamberts van Boxmeer. Dit lot krijgt ook kapitaal van 100 gulden te betalen door Melis Dirck Melissen. Getuigen: Gijsbert van der Linden en Dierck van de Lande, schepenen, M. Niekens, secretaris.

249 [VERVOLG AKTE] Dat hij daerop de meyt Catharina heeft gesonden naer het huijs van de secretaris vrouwen moeder, om haer op te houden ende te flueren, ende beloven dat sij vanavont bij den secretaris niet comen soude, omdat de vrouw sieck was, maer dat sy morgen souden optrecken als princen en graven kinderen. Ende verclaert de negende deponente in dese, Catharina, dienstmeijt van den secretaris, dat sy op het bevel van Marij, suster van Jan van Dartel, is gegaen ten huijse voorscreven tot twee malen toe, ende telckens haer tegen syn gecomen Jan Ariens van Dartel met syn cameraten. Dat ’t gene aen haer belast was geseijt met smeeckende woorden, belovende haer op morgen de coffij te geven ende dan braeff te beschencken. Dat alsoo terugh heeft gehouden ende sulcx noch niet wel soude geschiet hebben indien de suster de tweede mael niet me..er was gaen seggende de eerstemael tegens de deponente, denuntierende daer mede sijne suster: “Wat doet die duivelse donderse hecx daer in den noot, sy sal haer om laten omcoopen, cost sy niet blijven, daer ik se geseijnt hadde.” Ende is mede gecompareert Andries Vorstenbosch, die welcke verclaert onder solemnelen eede, als dat in de maent April 1710, sonder den preciesen dach te weten, van Dinther alhier comende woonen, dat als wanneer de bueren syne meubilen van huijsraet alhier hadden gebracht, naer ouder gewoonte des wegens tracteerden, dat als doen over de maeltijt sittende Jan Ariens van Dartel sonder hem genoijt te hebben aen tafel is gaen sitten, die de opgebrachte spijse soodanigh mishandelde dat alle de genoijde perplex ende verslagen saten, mits de spijse met de volle handt greep uyt de schootel ende smeet deselve voor syn voeten op de gront,