Archieven

289 Voor schepenen van Boxmeer zijn op 29 april 1751 verschenen Joannes Netten en zijn vrouw Maria Theresia Sieben. Zij transporteren aan Joanna Aelders weduwe van Steven Beckers huis, schuur en hof tegenover de mertpomp en langs de gemene straat, naast het huis van Oswold Bufflee.

290 Voor schepenen van Boxmeer zijn op 11 mei 1751 verschenen medeschepen Hendrick Harits als gemachtigde van Jenneke Driessen weduwe van Jacob Hoogers, mitsgaders Andries Hoogers en zijn vrouw. Zij transporteren uit hoofd van het magescheid van 4 mei van Petronella Hooghers in leven vrouw van Joannes Odenhoven aan Arnoldus van den Bosch en zijn vrouw Maria van den Broeck. Een huis genaamd het Luijnven met hof en boomgaard, schuur, visvijver, bouw- en weiland, bomen en hiephout, tesamen groot 20 mergen, ingevolge magescheid tussen Daniel B. van Odenhoven en Joannes van Odenhoven van 6 februari 1751.

291 Voor schepenen van Boxmeer zijn op 20 februari 1751 verschenen Peter Sours en Jan van Outvorst, beiden meerderjarig en ongetrouwd zijnde maasschippers in compagnie en hun verstand volkomen machtig. Zij willen hun testament maken. De eerststervende zal door de ander naar hun staat en fatsoen ter aarde worden besteld. Ze benoemen elkaar over en weer tot universele erfgenaam van het schip met al zijn toebehoren en alle meubilaire goederen. Als de moeder van Jan van Outvorst nog in leven is, ontvangt zij zijn vaderlijke goederen waarvan zij nu het vruchtgebruik heeft. Mocht Jan van Outvorst nog trouwen en kinderen krijgen dan moeten zijn erven de maatschap voortzetten. Verder bepaalt hij dat mocht Peter Soers door ouderdom of anderszins niet meer kunnen varen, hij voor zijn aandeel in het schip tot aan zijn sterfdag f. 100,- per jaar van Jan Outvorst of zijn erven zal krijgen. Dit testament wordt door de schepenbank op 8 juni 1751 bevestigd.