Archieven

297 Adrianus de Wit, landbouwer in de Heide te Dinther, verklaart f 150,-- schuldig te zijn aan Egidia Marianna Maria Vesters, zonder beroep te Uden. Als borg stelt hij een huis en erf te Dinther en het eeuwigdurend recht van vruchtgebruik van bouw- en weiland en heide aldaar.

298 Jan de Groot, metselaar te Uden, verkoopt bouwland voor f 140,-- aan Adrianus, Jacobus en Maria van Vechel, landbouwers te Uden in Moleneind.

299 Op verzoek van Petrus Wilhelmus Antonius Bonaventura Pastoors, pastoor te Vorstenbosch en Adrianus van Dijk, zonder beroep, aldaar, in hun hoedanigheid van voorzitter en secretaris-penningmeester van het kerkbestuur, mede vertegenwoordigd door Hendrikus van Houtum, landbouwer aldaar; openbaar verkopen van hout op stam, voor een totaalbedrag van f 148,85.

300 Op verzoek van Johannes Marinus Voorhoeve, zonder beroep te Rotterdam en Jan Baptist Zelis, zonder beroep te Goch, als president-directeur en mededirecteur van de Noord Brabants Duitse Spoorwegmaatschappij; openbaar verkopen van hout op stam, staande onder Boxtel, Liempde, Schijndel, Veghel en Uden, langs de spoorlijn, voor een totaalbedrag van f 713,--.