Archieven

37 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel, verscheen Jan Corsten de Raat, wonend te Boxtel onder Cleijnder Liempde en belooft op onderpand van zijn persoon en bezit om aan Jan van de Fleur, wonend te Cleijnder Liempde, die per heden datum over een jaar (op de omslag vermeld : 20 april 1709) de som van 50 gulden te betalen, met onderwijl een rente van 2 gulden 10 stuivers, te voldoe in de stad Den Bosch of te Boxtel, vrij van alle lasten. Het betreft geleend geld zoals is ontvangen op 21 december 1708. Indien het geld dan niet wordt terugbetaald, zal de rente blijven doorlopen totdat de hoofdsom is voldaan. De schuldenaar staat toe dat deze schuld voor schepenen van de stad Den Bosch of Boxtel wordt vernieuwd of gerealizeerd en machtigt daartoe de toonder van deze brief. Datum 20 april 1709 in aanwezigheid van Joost van Dommelen en Cornelis Rotarts als getuigen. Ondertekend : merkteken van Jan Corsten de Raat, Joost van Dommelen, Cornelis Rotarts, quod attestor Corn. Wittebol notarius publicus.

38 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel verschenen Peter en Jan van Eijk, mede namens hun moeder Pieternell en verklaarden aan Dirck Antonissen van den Sande een huis etc. te hebben verhuurd, staande te Boxtel onder Breukelen, zijnde de keuken, de zolder boven deze keuken, de kelder in de keuken met de opkamer en de goot. De huurder moet toegang toestaan aan de gebruiker van de kelder en de opkamer over de goot daar. Verder wordt de tuin verhuurd behalve 8 roedes die van de huur zijn uitgesloten en behalve de resterende kamers en zolders van het huis. De pachter mag ook het bakhuis gebruiken en de oven maar alleen voor diens brood maar niet voor meer dan dat. Verder verhuren ze de schuur, stalling, groes en weide en teulland alles onder Breukelen en in de Blokstraat. De huur loopt voor 4 achtereenvolgende jaren en elk der partijen kan die na 2 jaar beeindigen, maar die zulks wenst moet de ander een maand voor Kerstmis opzeggen. De huur voor de tuin en de groes en weiland gaat in per half maart, het huis met Pinksteren, het teulland in de oogsttijd stoppelbloot alles in dit jaar 1709 en zo zal het weer worden achtergelaten. De huur bedraagt 39 gulden per jaar in 2 termijnen te voldoen, de helft op St. Maartensdag en de andere helft op Pinksteren, en voor de eerste keer St. Maartensdag anno 1709. Verder moet de huurder alle dorpslasten en verpondingen betalen, behalve de vijandelijke contributies of brandschattingen die voor rekening van de verpachter zijn. De huurder doet verder afstand van mogelijke aanspraken die zijn vermeld in de ordonnanties, resoluties en plakaten die compensatie voor kosten vermelden, omdat de huurprijs al lager is vastgesteld dan normaal. De huurder moet het bezit goed onderhouden en mag daarvoor het materiaal van de verpachter gebruiken en moet verder ook zorgen voor het transport van kalk, steen etc. dat per schuit wordt aangevoerd bij de watermolens.

39 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel verscheen, Henrdrick Marijnen in opdracht van juffrouw Isabella van Beurden en verhuurt hierbij aan Jan en Cornelis broers en hun zuster (de naam van haar is niet vermeld, maar ze is getrouwd met Jan Claessen van der Velde), de kamer in het huis van juffrouw van Beurden met de tuin, zoals Martinus Wolffarts thans huurt, staande te Boxtel in de Kerkstraat aan het kerkhof daar. De huur loopt voor 4 jaar en kan door elk der partijen na 2 jaar worden beeindigd, maar die zulks wenst te doen dient dat met Kerstmis op te zeggen. De huur van de kamer gaat in op maandag na beloken Pasen en de tuin per half maart van dit jaar 1709 en zo zal het ook weer moeten worden achtergelaten. De huur bedraagt 14 gulden per jaar, in 4 termijnen te betalen om de 3 maanden elk 3 gulden en 10 stuivers. Verder zal de verhuurder alle lasten betalen die aan de eigenaar worden opgelegd en de huurder moeten alle lasten betalen die aan de huurder worden opgelegd. Als de huurders hun termijn niet betalen, komt de huur direkt te vervallen zonder dat er opzeg nodig is. Als borg voor de huur treedt hun zwager Jan Claessen van de Velde op en belooft mede de verplichtingen na te komen. Aldus gepasseerd te Boxtel op 11 maart 1709, in aanwezigheid van Gijsbert van der Horst en Niclaes Bartels Tegenbosch als getuigen. Ondertekend : Hendrick Marijnen, Jan van Engelen, merkteken van Cornelis Philips van Engelen, merkteken van Jan Claessen van der Velde, merkteken van Gijsbert van der A (in de akte staat hij vermeld als Gijsbert van der Horst), merkteken van Niclaes Bartel Tegenbosch, quod attestor Cornelis Wittebol notarius publicus.

40 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel verscheen Adriaan Dirricks de Louw, inwoner van Boxtel in herdgang de Roont en machtigt hierbij de toonder van deze brief om voor schepenen van Den Bosch of voor de dingbank waar het bezit is gelegen, aan zijn broer Hendrick Dirricks de Louw en Jan Dirricks de Louw, het bezut van hem over te dragen waarin hij met zijn broers rechten heeft, zowel het bezit onder Boxtel als onder Oisterwijk ter plaatse genoemd op de Locht. Dat betreft het een vierde part van het een vijfde part van dat bezit. Verder de onverdeelde helft van een stuk teulland of groesland genoemd de Kerckbraeck geklegen te Boxtel onder Tongeren. De koopsom van alle bezit is 100 guldens eens. De lasten op het bezit zijn het vijfde part van een chijns van 10 stuivers in diverse teksten aan de heer van Boxtel en 4 stuivers gebuurchijns aan N.N. te Oirschot, verder 3 en een half vat rogge aan de heer van Deurssen. De gemachtigde moet verder alles daarin doen wat hem opdrachtgever zelf ook voor ogen gestaan zou hebben. Actum te Boxtel 19 februari 1709, in aanwezigheid van Hendrick Verhoeven, oud-collecteur der verpondingen en Jan Michiels van de Sande, oud-borgemeester als getuigen. Ondertekend : merkteken van Adriaan Dirricks de Louw, merkteken van Hendrick Verhoeven, Jan Michiels van de Sande, quod attestor Corn. Wittebol notarius publicus.