Archieven

5 Er is tussen Geraert Willems van de Loo en Gerard Janssen van de Loo als partij ter ener zijde en Lenaert Peter Gilis(?) cum suis ter andere zijde een proces gevoerd voor de Raad van Brabant in *materie van reduntegratie * over diverse partijen koren die door Lenaert Peters van deze van de Loo zijn weggevoerd, waarin het nu zover is gekomen dat van de Loo een voorlopige ordonnantie heeft verkregen om restitutie van dat koren te krijgen van Lenaert Peters en daarop executoriaal beslag te mogen leggen. Daarom zijn vandaag op 9 december 1627 verschenen Geraert Willems van de Loo en Wouter Janssen van de Loo ter ener zijnde die ook handelen voor hun medestanders, verder Jenneken zijnde vrouw van Lenaert Peter Claes (?) die daarin door haar man is gemachtigd voor schepenen van Drunen (?) d.d. 9 december 1627 ter andere zijde en hebben verklaard dat ze het proces willen eindigen. Jenneken belooft de andere partij direkt 20 gulden te zullen betalen en nog 10 gulden per a.s. St. Bavodag. Verder belooft Jenneken 5 mud rogge te betalen in twee termijnen, de eerste termijn van 2 mud per heden datum over 6 weken en de andere 3 mud per a.s. St. Bavodag. Als borg voor Jenneken treedt op Jan Lambrechts als inwoner van Boxtel en die belooft alles na te zullen komen. Jenneken belooft op haar beurt haar borg daarvoor te vrijwaren en als onderpand stelt Jenneken daarvoor een perceel land gelegen te Boxtel onder Cleijnder Liempde, belendend Jacop Peters, Engelken Peters, de gemeenschappelijke straat, om eventueel door haar borg te mogen worden gebruikt als dat nodig is bij niet-betaling. De groep van van de Loo doet van hun kant afstand van enige verdere aanspraken over de huur van het land, het wegnemen van het koren etc. Als deze afspraken niet zouden worden nagekomen blijft alles weer zoals het voorheen was terzake van de aanspraken. Aldus opgemaakt in Boxtel in aanwezigheid van Adriaen Damen en Jacop Peeters als getuigen.

6 Vandaag 27 december 1627 verschenen voor mij notaris en getuigen Geraert Bartholomeussen oud ca. 40 jaar, Henrick Dielissen oud ca. 45 jaar en Jan Geraerts Claessen oud ca. 36 jaar, allen wonend op Den Dungen, landbouwers van beroep die een verklaring afleggen ten behoeve van heer Henrick Doolvoet, pastoor van de Sint Michielsparochie te St. Michielsgestel. Ze verklaren dat op afgelopen 10 december elk van hun huizen bezet is geweest door 14 ruiters te paard en ten huize van Henrick Dielissen een knecht te voet, zijnde in totaal 43 personen en 42 paarden, welke soldaten zijn gelegerd geweest in 3 verschillende herbergen, n.l. 14 voor rekening van Geraert Bartholomeus zijn ondergebracht ten huize van de weduwe van Henrick Daniels van Osch, 15 voor rekening van Henrick Dellissen zijn ondergebracht ten huize van Goijaert Wijnants de Smit en 14 van hen ten laste van Geraert Claessen zijn ondergebracht ten huize van Jan Henricks. Daarna zijn ze genoodzaakt geweest deze ruiters te onderhouden in eten drinken, brandhout, voedsel etc. tot op de 12e dag van december. De groep die was gehuisvest bij Geraert Meussen en bij de weduwe van Henrick Daniels hebben 80 gulden verteerd en ettelijke stuivers, en de groep ondergebracht bij Hendrick Delissen en ten huize van Goijaert Wijnants heeft de som van 103 gulden gekost en de groep ondergebracht ten huize van Jan Goijaerts Claessen en ten huize van Jan Henricks hebben de som van ca. 99 gulden verteerd zonder dat enige van hun naaste buren in Den Dungen overlast hebben ondervonden van enige ruiters want dat gebeurde alleen bij de attestanten. En dat alles omdat zij de pachters waren van de tiendes van de heer pastoor. Ze verklaren verder dat die ruiters onder bevel stonden van de luitenant van de heer de graaf zu den Berch en verder dat zij ten huize van de attestanten daar waren gelegerd omdat zij de tiendenaars waren voor de heer pastoor.

7 Vandaag 28 december 1627 zijn voor mij notaris en getuigen verschenen Henrick Willems oud ca. 70 jaar gewezen kerkmeester en borgemeester voor St. Michielsgestel, die op verzoek van de heer Henrick Doolvoet, pastoor te St. Michielsgestel, het volgende heeft verklaard. Afgelopen 10 december zijn er in St. Michielsgestel 2 compagnieen te paard gekomen onder bevel van de luitenant van zijne excellentie de heer zu den Berch en toen zijn er ´s avonds in zijn huis 4 ruiters gekomen van de compagnie van graaf Herman, drie ervan met name Lenaert, Ruth en Jan die zeiden dat al hetgene in zijn huis aanwezig was *prijs en buit* zou zijn en hebben hem comparant toen geslagen en gestoten en sloegen hem een groot gat in zijn hoofd en toen ze een zeel (touw) hadden gevonden wilden ze hem ophangen. Maar daarmee waren ze niet tevreden en hebben toen al zijn contributieboeken in beslag genomen en die op het vuur gesmeten zodat die door brand zijn beschadigd en ze dreigden die geheel te zullen verbranden, waardoor hij genoodzaakt was die terug te krijgen met 14 zilveren Philippen en daarna hebben ze nog 16 gulden uit zijn zakken gehaald. Daarnaast hebben ze van zijn dienstmaagd ongeveer 14 of 15 gulden genomen behalve nog 7 pattacons die aan haar door de luitenant zijn teruggegeven. Verder hebben zij van de comparant nog anderhalf zijde spek meegenomen, 24 el lakenstof en 2 nieuwe hemden. De attestant verklaart nog dat niet erg is te spreken over de grote vernedering en *travaille* dat hem is aangedaan en dat de ruiters nog zeiden dat ze dat bij hem hadden gedaan omdat hij een * oude papendief was*. Aldus gedaan te St. Michielsgestel in aanwezigheid van heer Otto Darlemans (?) priester en Bartholomeus Henricks. Ondertekend : Henrick Willems, Meeus Henricks, Otto Darlemans (?) priester, quod attestor H. Leermakers notarius publicus.

8 (in latijn). Ieder die deze brief zal lezen, gegroet !. Vandaag 3 januari 1628 verscheen voor mij notaris en getuigen de eerwaarde heer en meester Johannes Timmermans priester en pastoor van de kerk van Gemonde diocees Den Bosch, als rector van het altaar van de maagd Maria in deze kerk van Gemonde en draagt hierbij alle rechten die hij daarin heeft over aan de eerwaarde heer deken en het kapittel van de St. Peterskerk te Boxtel, met alle begevin- en benoemingsrechten. De genoemde deken en kanunikken daarin bijgestaan door heer Antonis de Roeij, baccalaureaat inde godgeleerdheid, dragen die rechten over aan heer en meester Dirck van de Broeck, priester om daaruit aan personen de studies in theologie doen, te bekostigen. Actum opgemaakt in het kapittel in aanwezigheid van 2 kanunniken als getuigen, verder Cornelis Goossens en Cornelis Adriaens. Quod attestor H. Leermakers notarius publicus.