Archieven

5 Zeer uitvoerig relaas van Theodorus Henricus Antonius Graaf van Oultremont Warfuse en Heer der heerlijkheid Drunen verwijzend naar het 13e art. van het politiek reglement dd. 1 april 1660 i.v.m. het aanstellen van schepenen, tienmannen, achtmannen, vijfmannen altijd de voorkeur uitgaat naar Brabanderds en genaturaliseerden, de gekwalificeerdsten en meest geërfden en onder deze groep de gereformeerden en mocht onder die groep ‘te weinig stoffe zijn’ dan de onpartijdigste en geschiktste pausgezinden [discussie via 3 ½ tekstkolom]

6 Missive van J,W.Nouhuijs stadhouder van de kwartierschout in kwartier Peelland op een rekest van de pastoor en kerkmeesters van de roomse gemeente van Aarle Rixtel in dat kwartier gelegen over hun door oudheid versleten kerkschuur die met geen mogelijkheid meer te repareren valt en ze vragen permissie om een nieuwe kerkschuur te mogen bouwen op de plaats van de oude en vervolgens worden alle details mbt de uitvoering opgesomd [3 tekstkolommen].

7 Reactie van de gecommitteerden van de Raad van State op een rekest van Mr. J.Vermehr auditeur militair van het garnizoen te Nijmegen en J.Scheidius bedienaar van het Goddelijk Woord in de Waalse gemeente te Nijmegen voogden over Alexander Salonthay van Salontha minderjarige jongeman als Heer der baronie en heerlijkheid Kessel in kwartier Maasland inhoudende dat Johannes Ramaer schoolmeester koster en voorlezer in genoemde heerlijkheid enige jaren de posten van president-schepen, arm- en kerkmeester had uitgeoefend op basis van het 5e art. van het schoolreglement wat op 22 september jl. was gewijzigd wat als consequentie had dat Ramaer niet meer verkiesbaar was voor die andere posten, maar Ramaer wordt gedispenseerd.

8 Rekest van Jacobus Losecaat erf- en fungerend secretaris der heerlijkheid Asten en erf- en fungerend secretaris van Lierop ook in kwartier Peelland en Abraham van Nouhuys procureur wonende te Heeze waarbij de 1e suppliant verzoekt de secretarieën van Asten en Lierop via substitutie te laten waarnemen en de 2e suppliant tot substituut te benoemen; een kopie wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken. – zie ook folio 306 waarbij wordt verwezen naar twee resoluties van de Ho: Mo: van resp. 20 september 1724 en 26 november 1725 en die van 29 december 1763