Archieven

5 Willem Ermers en Hendrik Dircx Croef, inwoners van Mill verklaren op verzoek van Pouwel Hermans, tevens inwoner van Mill, dat in de Pinksterweek van het jaar 1704 alles door zwaar onweer is verhageld in het hele dorp Mill en de comparanten wonend op zijne majesteits bouwhoven hebben geprofiteerd.

6 Ludolph de Quaeij, scholtus van Grave machtigt procureur Pieter Roscam om namens hem te procederen tegen Geurt Ermgardus van den Hove, Hendricus van den Hove, Adriaen van der Aa, advocaat te Gemert en gehuwd met Anthonetta van den Hove, Henricus Kuenen gehuwd met Maria van den Hove en ook nog Adriaen van der Aa, door de schepenen van Gemert verantwoordelijk voor de onmondige kinderen van Ermgardus Godephridus van den Hove en Elisabeth van Empel.

7 Mattheas Bloemmerts, koopman wonende te Gorinchem machtigt procureur Johan Therpoorten om namens hem te vorderen een bedrag van Adriaen van Meurs, knopenmaker te Grave voor het gekochte en geleverde wit getwijnd garen.

8 Amilia Geertruij van Couwenbergh vrouw van de heer Corbejere, luitenant in het regiment van generaal Fagel en Anna van Couwenbergh machtigen Zara van Couwenbergh, tegenwoordig wonende te Amsterdam, om namens hen te ontvangen de penningen die hun broer Jan Dercxen van Couwenbergh, als volontair op het schip Reijgersdael onder schipper N. van der Heught, naar Oost Indië heeft achtergelaten.