Archieven

5 Stephanus Heijnen, wonende te Ravenstein, maakt zijn testament. Met wijlen zijn vrouw Maria van der Lisse heeft hij op 7-11-1754 een eerder testament gemaakt. Ze hebben toen 300 gulden gelegateerd aan de parochiale kerk van Ravenstein om eeuwigdurend jaarlijks 10 missen te laten opdragen. Ze hadden ook 200 gulden gelegateerd aan de katholieke Armen van Ravenstein. Ze maken een testament op de langstlevende. Na de dood van de langstlevende gaat de erfenis in twee helften naar hun respectievelijke bloedverwanten. Stephanus legateert nu jaarlijks 15 gulden aan zijn broer Hermanus Heijnen en ook aan zijn zus Henderina Heijnen, zolang zij zullen leven. Zij worden daarna wel uitgesloten van de rest van de erfenis. Hij benoemt zijn nicht Maria Heijnen, getrouwd met Derk Nagel, tot zijn universele erfgename. Als Maria eerder komt te overlijden dan Derk, dan krijgt Derk het vruchtgebruik van zijn nalatenschap. Als Derk daarna zou hertrouwen, dan gaat zijn nalatenschap direct naar de kinderen van Maria en Derk. Opgemaakt voor Johan Francis Ploegh, notaris te Ravenstein en de getuigen Johan Wijenbergh en J.M. van Orsou.

6 Bartholomaeus de Greeff en zijn vrouw Elisabeth Klij, wonende te Deursen, herroepen alle eerder gemaakte wilsbeschikkingen en maken een testament op de langstlevende. Ze legateren aan hun dochter Caecilia de Greeff, getrouwd met Jacobus van Cranenborgh, de blote legitieme portie van hun nalatenschap. In die portie hoort ook de obligatie van 3000 gulden ten laste van het Comptoire der Generaliteijt in ’s-Gravenhage, die zij aan hun dochter hebben gegeven bij haar huwelijk. Zij benoemen hun kleinzoon Henricus van Cranenborgh, zoon van Jacobus en Caecilia, als hun enige erfgenaam. Ze benoemen Pieter en Egidius van Cranenborgh en Alard van Westerloo, Hendricks zoon, wonende te Amsterdam, tot executeur van het testament. Opgemaakt voor Johan Francis Ploegh, notaris te Ravenstein en de getuigen Geurt van Helmont en Wilm van der Aa, als gewezen schepenen.

7 Antoon Janssen, wonende te Ravenstein, maakt zijn testament, ziek te bed liggend. Hij laat 100 zielmissen lezen en alsnog 100 voor zijn overleden vrouw. Hij legateert 25 gulden aan zijn petekind Jacobus, zoon van Antoon Mulders, als een pillegift. Hij benoemt zijn naaste vrienden tot zijn enige erfgenamen. Opgemaakt voor Johan Francis Ploegh, notaris te Ravenstein en de getuigen Gerardus Bongaarts (Bongaers) en Bastiaen Ellegers, beiden wonende te Ravenstein.

8 Joannes Janssen van Veggel, maakt zijn testament, ziek te bed liggend ten huize van Dominicus van der Venne te Huisseling. Hij legateert 30 gulden aan de pastoor van Huisseling om 100 zielmissen te laten lezen voor hemzelf, zijn overleden ouders en vrienden. Hij legateert jaarlijks 10 gulden aan zijn schoonmoeder Jenneken, thans in tweede huwelijk hertrouwd met Cornelis van Striep, zolang zij leeft. Hij benoemt zijn vier broers tot zijn erfgenamen, of hun kinderen. Opgemaakt voor Johan Francis Ploegh, notaris te Ravenstein en de getuigen Marcillis Kocken en Peeter Kocken.