Archieven

5 Gerrit Olijslagers als in huwelijk hebbende Petronella Joose van de Laak heeft vernaedert o.a. een agste parten onverdeelt in een huijs, hoff en aangelegen teul en groeslanderijen gelegen in de Everse en waarvan het overige vijf agste gedeelte competeer den comparant. Peeter Jansse van Gemert verklaard aan Gerrit Olijslagers afstand te doen van de goederen. Verder vermelding van: een obligatie, Corn. van Alphen, Lieve Vrouwe broederschap te S’Bosch, Johannis Johannisse van Hirtum.

6 Gerrit van Heessel wonende te Boxtel transporteert aan Antonij Dirx van de Rijt, de helft in een camp teulland en een huijsje daerin staende, gelegen onder Eerde en Everse, aan een sijde Helena Teulings, het een einde Aart van de Groenendael en voorts de gemeente.

7 Cornels van der Hagen en Andries Raijmakers, regeerende armmeesters dezer vrijheidt Sint Oedenrode transporteert aan Peete Janse van Gemert en Willem Janse Vogels. Een huijsinge en hoff, gelegen in de oude vrijheit, neeve erve de een sijde de Veetse Hoeve, dander sijde Antonij van Houtum c.s., het een eijnde Goort Jan Wouter Cluijtmans, het ander eijnde Jan van den Eerde. Hieruit te vergelden o.a. drie stuijvers en ses duijten chijns aan den heere van Helmond. Item twee stuijves agt penningen chijns in een meerdere chijns aan denzelve.

8 Teodorus van Rijssel wonende te Breda transporteert aan Jacobus Godefridus Ernest en Maria Catarina Borghouts weduwe wijlen Johan Sprengers een schepen schuldbrief off obligatie groot een duijsend carolij guldens. Ter saeke van een huijsinge, brouhuijs, hof en aanliggende landerijen daarbij gehoorende en brouwgereetschappen. Alle gestaan en geleegen tot Son, Breugel en Neederwetten, door Goord Couwenberg als principaele schuldenaar, Hendricus van Couwenberg wonende te Liempde en Hendricus Janse Cluijtmans wonende alhier als borgen en schuldenaren principael. Aen ofte ten behoeve van de voornoemde Theodorus van Rijssel volgens obligatie daarvan ter secretarije alhier gepasseert den 18e junij 1781.