skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic

Archieven

Index schepenprotocol Veghel (7700.93)

beacon
367  records
 
 
Schepenakte
5 Hendrina Anthonij van Eeck vrouw van Jan Jans is door de vorster gedaagd op verzoek van Matthijs Hendrickx Verputten, 'geseijt den Ketelaar', om een verklaring af te leggen. Zij verklaart 'dat op vrijdag den sestienden meert lestleden ofte ontrent dien tijt, is geweest ten huijsen van Elisabeth Hendrickx van den Bogaert, alwaar soo tusschen Hendricks van den Bogaert en Jenneken Laureijnsen haer dienstmaegt eenige reden ende discourssen sijn voorgevalle over ende ter saecke van de vrijatie van Matthijs Hendrickx Verputten ende Lijsabeth Hendrickx voorschreven, onder welcke meer andere reden dat subject raeckende sij deponente verclaert gehoort te hebben dat Jenneken Laureijnsen tegens Elisabeth van den Bogaert seijde: "Geeft den ringh aen Hendrina van Eeck, die sal se aen Matthijs Hendrickx den Ketelaar wel waer geven." Waer op dat sij deponenten antwoorden: "Ick en bemoij mij den ringh niet, ick gae naer huijs toe." Verklaerende verders dat Matthijs Hendricx den requirant ende Lijsabeth van den Bogaert verscheijde maelen aen haer deponentens huijs hebben wesen praeten ende specialijck dat ontrent int laest van februarij ofte int begin van meert lestleden soo den requirant als Lijsabeth van den Bogaert des s’ nachts ontrent vier uuren aen haer huijse sijn komen kloppen ende dat Jan Jans haeren man is uijt den bed gesprongen ende heeft haer beijde de deur geopent ende ingelaeten ende eenig vuer voor haer gehaelt ende aengeleijt, naar alle ‘t welcken gepasseerde sij deponente de gardijne heeft toegeschoven ende is wederom int slaep gevallen, niet wetende te seggen wat sij vervolgens onder malckanderen gedaen of verrigt hebben. Item verklaert sij deponente dat Lijsabeth Hendrickx van den Bogaert den derden meert laestleden, zijnde saterdag voor vastenavont bij haer deponente is wesen spinnen ende dat als doen des avonts ontrent thien uuren aldaer mede is ingekomen Matthijs Hendrickx den requirant, welcke met Lijsabeth voorschreven is in enige discourssen geraeckt
Vervolg:
en heeft sigh bij haer voort vuer nedergeseth daer sij te semen sijn blijven sitten tot des s’ morgens omtrent vijf uuren, dog alsoo sij deponente en haeren man dien geheelen nagt hebben leggen slaepen, soo verklaert niet te weeten wat onder haer gepasseert is, als alleenlijck dat haer deponents man en Matthijs Hendrickx des ‘s morgens ontrent vijf uuren sijn uijt huijs gegaen en is als doen Lijsebth Hendricx van den Bogaert bij haer deponente komen op het bed leggen tot ontrent des morgens seven uur ofte daer ontrent.' Getuigen: Cornelis van der Hagen en Jan Goijaerts, schepenen, mij present H. Bijmans, substituut-secretaris.
Persoon in schepenakte:
Hendrina Anthonij van Eeck  
Elisabeth Hendrickx van den Bogaert  
Matthijs Hendrickx den Ketelaar  
Lijsabeth Hendrickx van den Bogaert  
Matthijs Hendrickx Verputten  
Hendricks van den Bogaert  
Elisabeth van den Bogaert  
Hendrina van Eeck  
Lijsabeth van den Bogaert  
Hendricx van den Bogaert  
Cornelis van der Hagen  
Jan Jans  
Jenneken Laureijnsen  
Lijsabeth Hendrickx  
Matthijs Hendricx  
Matthijs Hendrickx  
Jan Goijaerts  
H. Bijmans  
Datering:
26-3-1685
Pagina:
9-11
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
93
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
6 Jenneken Laurijnsen, out ontrent 4(..) jaeren, gerigtelijck gedaegt ter instantie van Matthijs Hendrickx van der Putten heeft verklaert waer ende waaragtig ende haer kennelijck te wesen dat op sondag den elfden meert des avonts ontrent agt uuren is in ‘t huijs gecomen Elisabeth Hendricks van den Boogaert, bij de welcken Thomas Hendrickx van de Bogaert, haere broeder, sij als dienstmaegt woonagtig is, wanneer sij deponente tegens Elisabeth voorschreven seijde: "Ghij behoort uw te schaemen, ofte en schaemt ghij uw niet voor die luijen daer ghij in huijs seijt geweest, dat ghij daer soo laet blijft sitten," en haer verders bekijvende, verklaert gehoort te hebben dat Lijsabeth tegens haer antwoorden: "Of ghij kijft ofte niet en kijft, het en sal anders niet sijn, in de kast daer leijt den ringh." Verklaert verders dat op vrijdag sestiende meert of ontrent die tijt aen haer huijs is geweest Hendrina vrouw van Jan Jans, met welcke discoureerende over de vrijagie. Attesteert ende getuijgt dat sij deponente tegens Lijsabeth van den Bogaert seijde: "Geeft Hendrina den ringh, die sal hem Matthijs den Ketelaer wel weer thuijs brengen," daer op Hendrinna antwoorden: "Ick heb daer niet mede te doen,' ofte diergelijcke woorden." Getuigen: Jan Goijaerts en C. van der Hagen, schepenen, mij present H. Bijmans, substituut-secretaris.
Persoon in schepenakte:
Matthijs Hendrickx van der Putten  
Elisabeth Hendricks van den Boogaert  
Thomas Hendrickx van de Bogaert  
Lijsabeth van den Bogaert  
Matthijs den Ketelaer  
Jenneken Laurijnsen  
Jan Jans  
Jan Goijaerts  
C. van der Hagen  
H. Bijmans  
Datering:
26-3-1685
Pagina:
11-12
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
93
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
7 Deze akte is niet afgemaakt en is doorgestreept. Heer Arnoldus van den Broeck, oud ontrent 29 jaren, 'priester van Veghel', gedaagd door de vorster heeft op verzoek van Matthijs van der Putten verklaard dat op 12 maart jongstleden, 'des avonts ontrent agt uuren, aen sijn logiment is gekomen Matthijs Hendrickx van der Putten en Elisabeth Hendickx van den Bogaert, versoeckende dat hij heere deponent geliefden te gaen bij heer Joan Tooten, mede mispriester van Vechel, soo gesegt wort, ende hem af te vraegen, voerende doemaels hij eerste requirant het woort'.
Persoon in schepenakte:
Arnoldus van den Broeck  
Matthijs Hendrickx van der Putten  
Elisabeth van den Bogaert  
Matthijs van der Putten  
Joan Tooten  
Datering:
26-3-1685
Pagina:
13
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
93
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
8 Arnoldus van den Broeck, oud ontrent 29 jaren, priester van Veghel, gedaagd door de vorster heeft op verzoek van Matthijs Hendrickx van der Putten verklaard dat 'op den 12 maert aen sijn logiment is gekomen Elisabeth Hendickx van den Bogaert, vraegende off sij voor sijn E.E. swager wederom soude spinnen, gelijck sij van te vooren gedaen hadden, waer op hij heer deponent antwoorde: "Dat moet ghij vraegen aen Margriet Hendrick Dirckx. Maar soo ghij gelt verdient hebt, soo komt bij mijn, ick sal het uw geven," onder welcke redenen mede op sijns heeren deponents kamer is gekomen Matthijs Hendrickx van der Putten, gaende sitten neffens Elisabeth Hendrickx van den Bogaert voorschreven, waer mede dan het voorgaende discours van spinnen is afgebroocken, verklaerende verders hij heer deponent dat Matthijs Hendrickx van der Putten hem afvraegde of men in den vasten wel mogt trouwen, die daerop antwoorden dat sulcx mogt geschieden, daer bij voegende: "Gaet bij heer Jan Tooten en laet hem een jucator sien en presenteert hem die, want bij de vicaris soude het wel vier of vijf pattacoons kosten," op welcke redenen den requirant hem heer deponent versogt dat hij voor hem wilden gaen bij heer Jan Tooten voorschreven te vraegen of sulcken trouw in de vasten konden geschieden, hetgeen dan heeft aengenomen, dog overmits de absentie van heer Jan Tooten heeft het selve niet konnen effectueren. Verders attesterende, getuijgt hij heer deponent dat den requirant des daegs te vooren aen hem hadde gegeven twee schellinge in specie omme daer voor tot vorderinge van de saecken ende het goet succes vant huwelijck te doen twee missen, hem vraegende of sulcx gedaen hadde, waer op dat antwoorden van: "Ja," presenterende aen hem Heer deponent nog twee schellinge voor twee gelijcke misse, hetgeen insgelijckx heeft aengenomen ende de volgende daegen gedaen heeft en heeft oock Elisabeth Hendrickx van den Bogaert belooft int doen en bedienen der selver missen present te willen wesen,
Vervolg:
op alle welcke redenen hij heer deponent tegens Elisabeth en de requirant seijde: "Als ghij sulcx aen malckanderen belooft soudt hebben, soo seijt gij luijden voor Godt soo veel als getrout," daer op den requirant antwoorden: "Soo neeme ick het oock," en Elisabeth hetselve hoorende stil swijgende heeft laeten passeeren. Eijndelijck verklaert hij deponent, dat de meergemelte Elisabeth van den Bogaert soo voor als nae alle de voorschreven discourssen heeft hooren seggen: "Ick mag Matthijs wel leijden," ende dat hij heer deponent tegens den requirant seijde: "Matthijs, ghij hebt daer een vraije dogter voor de hant, sij sal voor uw wel goet gaen spinnen," antwoordende daer op den requirant: "Sij sal voor mijn spinnen." Getuigen: C. van der Hagen en Jan Goijaerts, schepenen, en H. Bijmans, substituut-secretaris.
Persoon in schepenakte:
Matthijs Hendrickx van der Putten  
Elisabeth van den Bogaert  
Elisabeth Hendrickx van den Bogaert  
Margriet Hendrick Dirckx  
Arnoldus van den Broeck  
Elisabeth van den Bogaert  
Jan Tooten  
Jan Goijaerts  
C. van der Hagen  
H. Bijmans  
Datering:
26-3-1685
Pagina:
13-16
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
93
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga