Archieven

41 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend de Boxtel, verscheen heer en meester Gerard van Zantfoort, ammodiateur van het bezit van de graaf en prins van Hornes, baron van Boxtel etc. ter ener zijde en verpacht aan Jan Michiels van de Sande hierbij de hoeve genoemd *de Vorst*, zoals de voorwaardes daarvan vermelden en zoals de pachter het nu al in gebruiik heeft, alles gelegen te Boxtel in herdgang Cleijnder Liempde. De huur loopt voor 4 achtereenvolgende jaren en kan door elk der partijen na 2 jaar worden beeindigd, maart die zulks wenst te doen moet dat voor Kerstmis opzeggen. De huur voor de tuin, hooilanden en beemden gaat in per half maart, het huis met de driessen en de weides op Pinksteravond en het akkerland in de oogsttijd stoppelbloot, alles dit jaar 1707 en zo dient het ook te worden achtergelaten. De pacht bedraagt 200 karolusguldens Hollands geld, met voor elke 100 gulden een gulden voor het *overmaakgeld*, in 2 termijnen te voldoen op St. Maartensdag en de andere termijn met Pinksteren, verder jaarlijks 3 koppels vette kapoenen. Verder zal de pachter in het laatste jaar wanneer hij de hoeve zal verlaten, vooraf een malderzaad land krijgen in de Leemacker. Tijdens deze pacht moet de pachter alle burenplichten nakomen en moet de hoeve omheinen waar nodig en elke 4 jaar de sloten uitgraven. De pachter zal verder alle lasten en verpondingen betalen, behalve de buitengewone latsen die nog worden opgelegd te voldoen door diegene ten wiens laste die komen. De pachter moet het huis goed onderhouden wat betreft het dak en wanden. Het schaarhout is voor de pachter maar hij mag verder geen hout of heesters kappen en moet de lege plekken beplanten met elzenstekken. Het laatste jaar mag de pachter niet in enige driessen of kanten vlaggen en geen mest mogen wegbrengen zonder toestemming van de verpachter.

42 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel, verscheen Daniel Willems van Son, inwoner van Boxtel in herdgang de Roondt en verklaart hierbij dat Peter van de Ven, oud-schepen te Boxtel, op verzoek van Daniel, zich borg stelt ter voldoening van een notariele obligatie opgemaakt door Cornelis Willems van Son, ook wonend te Boxtel onder Lennesheuvel, ten behoeve van de edele heer Christiaan de Vlierden, gepasseerd voor notaris Hendrick van Hoeij d.d. 23 februari 1701. Dat betreft de som van 260 guldens met een rente van 5 % vanwege geleend geld dat door Cornelis Willems van Son werd ontvangen. De borg staat garant voor het geval dat Cornelis niet aan zijn verplichtingen voldoet. De comparant zal zijn borg Peter van de Ven hiervoor vrijwaren zodat hij of diens erfgenamen daardoor geen schade zullen lijden. De comparant gaat ermee akkoord dat op zijn kosten deze bekentenis voor schepenen van de stad Den Bosch wordt vernieuwd en gerealizeerd en machtigt daarvoor de toonder van deze brief. Aldus gepasseerd te Boxtel op 2 februari 1709, in aanwezigheid van Gerrit Teunis Penninck oud-borgemeester te Boxtel en Jan Peeter Heesters als getuigen. Ondertekend : merkteken van Daandel Willems van Son, Gerart Teunis Penninck, merkteken van Jan Peeter Heesters, quod attestor Corn. Wittebol notarius publicus.

43 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel, verscheen Francis van der Sande, meester-kleermaker wonend te Boxtel en draagt aan Anneken weduwe van Jan Aarts van de Sande, zijn aanspraken over inzake een obligatie gepasseerd voor mij notaris door Govert Santegoets ten behoeve van Jenneken Anthonissen van de Sande, zijnde de moeder van de comparant, te weten de som van 100 gulden met een rente van 4 guldens d.d. 2 maart 1700. Hij doet daar afstand van alsmede van zijn pretenties inzake een linnen-weefgetouw dat wijlen zijn ouders hebben nagelaten. De schuldenaar belooft op onderpand van zijn persoon en bezit deze overdracht na te komen. Aldus gepasseerd te Boxtel op 2 januari 1709, in aanwezigheid van Joost van Dommelen en Hendrick van Orten als getuigen. Ondertekend : merkteken van Francis van der Sande, Joost van Dommelen, Hendrick van Orten, quod attestor Corn. Wittebol notarius publicus.

44 In de naam van de heer Amen. Voor mij, Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel verscheen Meriken Hendrick Goorts die was getrouwd met Jan Janssen Cranen, inwoonster van Boxtel in herdgang Lennesheuvel, gezond van lijf en leden en in het bezit van haar verstand en geheugen. Ze is gemachtigd door wijlen haar man in hun beider testament gepasseerd voor notaris Johan Leermakers d.d. 12 december 1684. Ze maakt nu opnieuw haar tesament op. Ze beveelt haar ziel zodra ze is komen te overlijden, aan bij de barmhartige God en wil een christelijke begrafenis. Ze vermaakt al haar bezit dat ze als langstlevende zal nalaten, zonder enige uitzondering aan Goijart Huijberts van den Bosch, vanwege diens trouwe diensten aan haar bewezen en kost en inwoning bij hem die ze heeft genoten en dat ze verder nog bewezen zal worden tot aan haar sterfdag toe. Ze benoemt Goijaert als haar enige erfgenaam en wil dat dit testament zo zal worden uitgevoerd ook al zou er daarbij niet aan alle voorschriften zijn voldaan. Aldus gepasseerd ten woonhuize van Goijart Huijberts op 22 januari 1709 in aanwezigheid van Nicolaas Vlemmings en Huijbert Peters de Leijart als getuigen. Ondertekend : merkteken van Meriken Hendrick Goorts, Claes Joorden Vlemmincx, Huijbert Peters de Leijert, quod attestor Corn. Wittebol notarius publicus.