Archieven

41 Gecompareerd zijn Geertruij van Ons, huisvrouw van Lindert Gerrits, oud 50 jaar, en Lindert Gerrits oud 60 jaar, wonende onder Heeswijk, Cuijk. Op verzoek van Arnoldus Geurts, handeldrijvende in varkensvlees en wonende te Oeffelt, verklaren zij dat zij op zaterdagavond voor Kerstmis met Arnoldus Geurts gesproken hebben over een vet varken, zijnde een ongesneden beer, waarbij is afgesproken dat het varken na slachting door hen naar Oeffelt gebracht zou worden en nadat hij het had goedgekeurd hij dan drie en een kwart stuiver per pond zou betalen, anders zouden ze het varken weer mee naar huis nemen. Het varken is op 28 december 1808 met schriftelijke toestemming van de ontvanger G. Geenen te Cuijk naar Oeffelt gebracht en aldaar gewogen. Bij controle door vier cherges stelden deze vast dat het weegbriefje ontbrak en legden beslag op het varken. Zij zouden het vervoeren naar Grave. Het vervoerbiljet is door hen ter inzage gevraagd en behouden. Geertruij en Lindert verklaren dat zij de ontvanger Geenen nog gevraagd hebben of het zo goed was en zij dus van mening waren dat zij het varken mochten vervoeren.

42 Martinus Nabbe, oud 32 jaar, bouwmansknecht bij Arnoldus Geurts en Barbara van Beckum, oud 23 jaar, werkmeid wonende bij dezelfde Arnoldus Geurts en Hermina van Zusteren, oud 21 jaar wonende te Cuijk, doch woensdag 28 december ten huize van Arnoldus Geurts te Oeffelt, verklaren dat op die dag door Lindert Gerrits wonende te Heeswijk, Cuijk, is gebracht een geslacht beervarken dat zij van de kar in de voorhaard hebben gedragen. Vier chergens vroegen Lindert of hij het varken verkocht had en hoezwaar het was. Zo’n hondertvijftig was het antwoord. Zij hebben hem ook een vervoerbriefje gevraagd. Dat was goed maar hij had ook een waagbriefje moeten hebben. Dat zij het varken in beslag hadden genomen en laten vervoeren. Aldus naar waarheid verklaard.

43 Johannes Peeters en zijn vrouw Adriana Verhoeven verklaren schuldig te zijn aan Mathias van de Voordt, schout civiel van Cuijk wonende te Sint Agatha de som van f. 600,-. Terzake van voorgeschoten geld, huishuur en pacht.

44 Gertrudis Nielen wed. van Cornelis Aarts wonende te Oeffelt, overhandigt een gesloten testament dat tesamen met haar man op 31 mei 1805 voor dit gericht is gepasseerd. Dat het testament ongeschonden is. Erfgenamen van Cornelis Arts zijn Ard Albers en Johannes van Thienen namens Cristina Arts, Jan van den Brand namens Hendrina Arts, Thomas Arts, Jan van de Mond en Jacob Cornelissen namens de kinderen van Maria Arts en laatstelijk Hendrik Haerkens.