Archieven

45 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel, verscheen Cornelis Janssen van Oers, wonend te Boxtel en belooft als schuldenaar op onderpand van zijn persoon en bezit om aan Jan Michiels van de Sande als borgemeester voor de periode Pinksteren 1704 tot Pinksteren 1705, wonend te Boxtel, in herdgang de Roont de som van 302 gulden 2 stuivers en 12 penningen te betalen, met onderwijl een rente van 5 %. , te voldoen vrij van lasten op 8 augustus 1710. Het betreft het bedrag volgens vonnis van heren schepenen te Boxtel ten behoeve van genoemde Jan Michiels van de Sande gedaan, ten laste van Cornelis en Hercules van Mol volgens de uitspraak d.d. 27 december 1709 waaraan wordt gerefereerd. Als het bedrag dan niet wordt betaald, zal de rente blijven doorlopen totdat de hoofdsom is voldaan. De schuldenaar gaat ermee akkoord dat de schuld voor schepenen van Boxtel kan worden vernieuwd en gerealizeerd en daarvoor machtigt hij de toonder van deze brief. Aldus gepasseerd te Boxtel op 19 november 1709, in aanwezigheid van Joost van Dommelen en Cornelis Roetarts als getuigen. Ondertekend : merkteken van Cornelis van Oers, Joost van Dommelen, Cornelis Roetarts, quod attestor Corn. Wittebol notarius publicus. (men refereert aan een vonnis van 27 december 1709 terwijl de akte zelf op 19 november 1709 wordt gepasseerd, een van de 2 datums is dus onjuist)