Archieven

45 Geurt Hendricxen en Jenneken Aerts, echtelieden wonende te Escharen op de bouwhof De Gemeenen Hof toebehorend aan de erfgenamen van rentmeester Everard van der Heijden hebben verklaard, op verzoek van de genoemde erfgenamen dat Leonard Joseph de Hoogh, luitenant van de cavalerie ten dienste van de keurvorst van Keulen met zijn vrouw, zoon en dochter in het genoemde huis kwamen logeren, dat aan hem moest worden betaald en dat hij een eikenboom, staande achter de schuur heeft laten omhakken en dat de comparanten nog een boom zouden omhakken, hetgeen zij hebben geweigerd, waarna genoemde de Hoogh zei dat hij met Kerstmis weer wilde terugkomen en dat er dan geld moest zijn om paarden te kopen.