Archieven

9 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel, verscheen Hendrick Swolffs de jonge, wonend te Liempde en belooft op onderpand van zijn persoon en bezit om aan Anna van de Ven, de som van 150 gulden te betalen met een rente van 4 %, te voldoen te Liempde of in de stad Den Bosch, vrij van alle lasten. Het betreft geleend geld en als er niet op de vervaldag wordt betaald, (die niet wordt genoemd), zal de rente blijven doorlopen totdat de hoofdsom is voldaan. De schuldenaresse staat toe dat de schuldbrief voor schepenen van Den Bosch of van Liempde wordt vernieuwd of gerealiseerd en machtigt daarvoor toonder van deze brief.Actum te Boxtel op 26 januari 1709, in aanwezigheid van Peeter Aarts Colen en Peeter Cornelissen van Balsfoort als getuigen. Ondertekend : Hendrick Swolffs, Peeter Aert Colen, Peter Cornelis van Balsvoort, Cornelis Wittebol notarius publicus.

10 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel, verscheen Jan Hendricx van Dijck wonend te Liempde en belooft op onderpand van zijn persoon en bezit om aan Michiel Peeter Vaders de som van 75 gulden te betalen, met een rente van 4%. te voldoen in Liempde of in Den Bosch, vrij van lasten. Het betreft geleend geld en als het kapitaal niet op de vervaldag wordt betaald met instemming van de geldschieter, zal de rente blijven doorlopen totdat de hoofdsom is voldaan. De schuldenaar staat toe dat deze schuld voor schepenen van Den Bosch of van Liempde kan worden vernieuwd en gerealiseerd en machtigt daarvoor de toonder van deze brief. Actum te Boxtel op 16 maart 1709, in aanwezigheid van Cornelis Roetarts en Joost van Dommelen als getuigen. Ondertekend : Jan Hendricks van Dijck, Joost van Dommelen, Cornelus Roetarts, quod attestor Corn. Wittebol notarius publicus.

11 In de naam van de heer Amen. Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel verscheen Maijken weduwe van Nicolaas Gijsbert Heesters, wonend te Boxtel in herdgang Zelissel, ziek in bed liggend, maar wel in het bezit van haar verstand en geheugen. Ze beseft de broosheid van het menselijk bestaan en wil daarom eerst haar testament opmaken. Ze beveelt haar ziel na haar overlijden aan bij de barmhartige God en wil een christelijke begrafenis. Ze vermaakt aan haar ongetrouwde kinderen Catelijn, Gijsbert en Adriaentie, al haar roerend bezit en vorderingen. Eveneens vermaakt ze aan die 3 ongehuwde kinderen haar huis,m schuur, schop, hofstad ete., waar ze nu in woont en nog 2 lopenzaad land zoals zij heeft geerfd van wijlen Hendrick Everts en zoals is gedeeld met de andere erfgenamen van hem. Nog vermaakt ze aan deze 3 kinderen twee perceeltjes land zowel weide als teulland dat ze van haar ouders heeft geerfd en haar was aangedeeld, gelegen onder Zelissel. Nog vermaakt ze elk van haar twee ongetrouwde dochters een spinnewiel die ze thans gebruikt. Ze vermaakt aan haar zoon Gijsbert haar twee zeisen, twee zichten en het haargetouw, dat hij zelf heeft gekocht gehad. Voorwaarde is dat haar 3 ongetrouwde kinderen alle *vliegende* schulden moeten betalen en de onkosten van haar begrafenis en verder mogen ze niets meer eisen vanwege huwelijksuitzet en ook moet de waarde van hetgeen haar dochter Maria die is getrouwd met Jan Willems die ze als uitzet heeft gehad of in haar huwelijk diverse keren heeft ontvangen gehad, bij de deling inbrengen. Al haar verdere bezit, roerend en onroerend waarover ze hiervoor niet heeft beschikt, vermaakt ze aan haar 4 kinderen, in gelijke delen te verdelen. Ze verklaart dat de legaten van hiervoor zoals aan haar 3 kinderen toegezegd, zijn gedaan vanwege huishuur en verleende diensten etc. en ook ter egalisatie van hetgeen haar dochter Maria heeft gehad in haar huwelijk.

12 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris en getuigen verscheen Hendrick Cornelissen de Leijert als principlaal en diens borg Dirrick Evert Beecqmans en beloven samen en hoofdelijk op onderpand van hun persoon en bezit aan Eijmert van den Morselaer, oud-presidentschepen te Boxtel die de som van 75 gulden en 19 stuivers te betalen, in 4 termijnen waarvan de eerste termijn op St. Bavodag 1710 met 19 gulden, te tweede termijn een jaar later van 19 gulden, de derde termijn in het jaar 1712 met 19 gulden en de 4e termijn St. Bavodag anno 1713 18 gulden en 19 stuivers. Te voldoen in Boxtel vrij van alle lasten. Het betreft de afrekening gemaakt met Hendrick Cornelissen de Leijaert voor achterstallige huur over de *stede* die van Eijmert van de Morselaer was gehuurd gelegen onder Luijssel. Aldus gepasseerd te Boxtel op 15 juni 1709 in aanwezigheid van Joost van Dommelen en Hendrick van Orten als getuigen. Ondertekend : Hendrick de Leijer, Dierck Emerts Beeckmans, Joost van Dommelen, Hendrik van Orten, quod attestor Corn. Wittebol notarius publicus.