Archieven

9 Missive van de Raad van State met advie sop het rekest van Thomas de Bakker, Hendrik van Dommelen en Arnoldus de Hont inwoners van Knegsel in kwartier Kempenland die een octrooi hebben aangevraagd om binnen Knegsel een gilde of schutterij te mogen oprichten onder de naam van Monulfus en Gondulfus en dat te mogen voorzien van een vaandel, trom en verdere benodigdheden verwijzend naar de aanvraag van Hapert en aangevende dat in het vaandel dus geen Spaanse of Oostenrijkse wapenschilden en bovendien vragen ze om een schutsboom te mogen oprichten, waarna in extenso het project-reglement staat afgedrukt bestaande uit 13 artikelen.

10 Reactie vanuit de Raad van State op de missive van de hoogschout van stad en meierij op het rekest van de kerkmeesters van het roomse kerkenhuis of kerkschuur in de kerkstraat te ’s-Hertogenbosch die verzocht hebben om een vergroting en vernieuwing van het kerkschuur en de afbraak van het zuidelijke gedeelte ervan en het plaatsen van een houten beschot waar tegen een groot altaar geplaatst wordt en bovendien de aankoop van de bijstaande gebouwen en erven op naam van Mr. Petrus Nagelmakers net betaling van de 40e penning, waarna een gedetailleerd overzicht volgt van wat men precies zou willen wijzigen [ruim 4 tekstblokken].

11 Rekest van Johannes Wilhelmus Hoog predikant van de gereformeerde gemeente te Almkerk in Zuid Holland verzoekende dat de Ho: Mo: gelieven te verklaren dat hij suppliant, als zijnde slechts geweest adjunct predikant te Eindhoven en Strijp niet valt in de termen van haar Ho: Mo: resolutie van 26 april 1731 en mitsdien niet gehouden is de kosten op zijn beroeping en het transport van zijn meubilair van Eindhoven naar Almkerk en daarvan te verlenen een favorabele resolutie en hangende de deliberatie van haar Ho: Mo; de suppliant te verklaren voor diligent; waar op is gedelibereerd en gelet zijnde op de genoemde resolutie wordt er geen verschil gemaakt tussen predikanten en adjunct of tweede predikanten en dat er ook geen redenen gevonden worden om dezelfde resolutie minde rop de laatst als op de eerstgemelde predikanten te doen werken en dat het daarenboven aan geen exempelen ontbreekt dat ook aan zodanige adjunct of tweede predikanten gelast is geworden hunnen beroepings- en transportkosten te restitueren wanneer voor de expiratie van drie jaren naar elders beroepen waren; is goedgevonden en verstaan dat in het verzoek binnen het voorschreven rekest gedaan niet kan worden getreden en wordt in tegendeel den suppliant mits deze gelast zich naar de inhoud van de resolutie van 26 april 1731 te gedragen; een extract zal gezonden worden aan de magistraat van de stad Eindhoven met last zoch te reguleren naar de inhoud van de Raad van State van 20 oktober 1773.

12 Missive van de hoogschout van stad en Meierij van ’s-Hertogenbosch, van R.Sloet kwartierschout van kwartier Peelland, P.J. van Brakel kwartierschout van Kempenland, F.Bigot kwartierschout van Oisterwijk geschreven in Den Haag op de 28e januari inhoudende een reactie op het bericht van diverse heren van Brabantse heerlijkheden over de troepen van onbekend en gewapende vagebonden en landlopers binnen de Meierij en het verzoek om extra bescherming en orders t.a.v. het achterhalen aanhouden en gevangen zetten van zulke troepen; een kopie wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken. – zie ook folio 453