Archieven

9 Bericht van ontvanger Van Breugel op het rekest van W. van Heeswijk eigenaar en bemalende de korenwindmolen staande binnen de heerlijkheid Vught en Cromvoirt te kennen gevende dat de vader van de molenaar genaamd Guillaume van Heeswijk mede-eigenaar is en de molen mee bemaalt bij rekest van 1738 aan haar Ed: Mo: had verzocht dat de ingezetenen van Halder en alle anderen mochten worden gelast zich te onthouden van binnen Vught enig gemalen meel of gebakken brood in te brengen met een akkoord dd. 28 april 1739 en de ingezetneen wordebn verplicht zich te conformeren aan art.13 in de ordonnantie op het gemaal en met name aan die van Halder wordt verboden gemalen meel of gabakken brood in te voeren.

10 Reactie op een rekest van drossaard en schepenen van de Baronie van Boxtel overleggende een kopie van een missive Mr. Maarten Bowen [mogelijk Bowier?] die koper is geworden van de ‘pastoreele huijsinge’ aan de fabriek der kerk aldaar toebehoord hebbende, ten einde het genoemde huis in een behoorlijke staat te mogen repareren zoals vermeld in de verkoopcondities dd. 23 juni 1784 en na een ‘legaale beleijding’ [soort oculaire inspectieronde] welke reparatie uitgevoerd zou kunnen worden op kosten van de gemeente óf van de kerk omdat het hier een ‘kerkwooning’ betreft of mogelijk wordt hier anders over gedisponeerd. – zie ook folio 222

11 Missive van de drossaard van de Baronie van Boxtel W. Sant van Nooten geschreven te Breda op de 8e oktober waarbij hij aangeeft ontvangen te hebben een circulaire missive van de stadhouder van de kwartierschout van het kwartier van Oisterwijk inhoudende dat hem door de kwartiermeester generaal was gevraagd op 26 september jl. om 1000 karren bespannen met een paard aan te leveren om brandhout te vervoeren van Gorp onder Hilvarenbeek naar ’s-Hertogenbosch of Waalwijk en dat namens de Baronie geleverd zou moeten worden een aantal van 102 karren en dat hij met zeer veel moeite de ingezetenen daartoe had kunnen aanwijzen waarvan er slechts twee geweigerd hebben en hij vroeg zich nu af of die weigeraars beboet mochten worden, waarbij hij verwijst naar een publicatie van 22 december 1747 i.v.m. daar toen gekantonneerde troepen waarbij de ingezetenen werden gelast aanwezig te zijn en gereed te staan met kar en paard, op een boete van 25 gl.

12 Reactie vanuit de Raad van State op een rekest van G. van Bergsland secretaris te Sint Oedenrode verzoekende om taxatie van een annexe declaratie n.a.v. een meningsverschil tussen Jacob Kien c.s. en de stadhouder J.W. van Nahuijs.