5120.48 Index schepenprotocol Berlicum (5120.48)
9 Gerarda [erdoor: Luc; erboven: Luu ??] weduwe van wijlen Cool Petri Colen en Adrianus Rutgeri en Martinus Petri, haar mombers, hebben een cijns van 7 gulden, te betalen jaarlijks met kerstmis, uit huis, hof etc circa 2 lopenzaad groot in Berlicum ter plaatse genaamd Beeckvelt, belendingen: erfgenamen van Godefridus Dirx; openbare weg; meester Godefridus Lombarts ab Enckevoort; Jacobus Simonss; item uit een stuk land aldaar groot 4 lopenzaad, belendingen: Mathias vande Merendonck; Godefridus Dirx voornoemd; rivier de A; item uit land groot 2 lopenzaad inde Horst, belendingen: erfgenamen Godefridus Dirx en erfgenamen Jacobus Simonis; campum magnum. Belast met een cijns van 3 gulden aan het convent van de Clarissen; 6 gulden aan vrou Grotart en haar erfgenamen; een cijns van 2 gulden aan meeste Joannes van Balen; 16 lopenzaad rogge aan de heilige geest in Den Bosch. Zij belooft Theodericus Joannis als man van Maria dochter van Henricus Janss en de andere onmondige kinderen van wjilen Henricus Jans en zijn vrouw Anna; Adrianus Rutgeri en Jacobus Everardi; die cijns te zullen voldoen.
Getuigen Peter Henricx en Jan Thijssen, schepenen in Berlicum.
Getuigen Peter Henricx en Jan Thijssen, schepenen in Berlicum.
Persoon in schepenakte:
Cool Petri Colen
Joannes van Balen
Adrianus Rutgeri
Martinus Petri
Godefridus Dirx
Godefridus Lombarts
Jacobus Simonis
Theodericus Joannis
Henricus Jans
Jacobus Everardi
Peter Henricx
Jan Thijssen
Datering:
16-1-1583
Pagina:
2v-2v
Plaats:
Berlicum
Toegangsnummer:
5120
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd
5120.48 Index schepenprotocol Berlicum (5120.48)
10 Voor Antonius Willemss en Henricus Everitss, schepenen in Berlicum, zijn verschenen Christianus Dirx en Petrus Henrix, die gedaagd door vorster Jacob Marceliss, ter instantie van jonker Joannes de Fleru, schout van Berlicum, benoemd zijn tot mombers van de onmondige kinderen van wijlen Arnoluds Dirx et Maria Isbrants zijn wettige echtgenote. Zij krijgen toestemming om te verkopen goederen van hun ouders, met name huis, erf etc in Berlicum, dat Arnoldus en Maria hadden vernaderd van Hermannus Petri.
Persoon in schepenakte:
Joannes de Fleru
Christianus Dirx
Petrus Henrix
Arnoluds Dirx
Maria Isbrants
Hermannus Petri
Datering:
19-10-1582
Pagina:
2v-2v
Plaats:
Berlicum
Toegangsnummer:
5120
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd
5120.48 Index schepenprotocol Berlicum (5120.48)
11 Corstiaen Dirx ende Peter Henrixss, mombers over de onmondige kijnderen Bartel ende Henrixken, kijnderen wijlen Art Dirx ende Meriken Isbrants vanden selven in echten staet verweckt, hebben een huijs, hoff metten lande daer toebehorende in Berlicum ter plaetsen gemeijndelicken genoemt aende straet, belendingen: joncker Floris van Berkel; erffenisse des convents van Bern; joffrou Anna achtergelaten wedue wijlen joncker Jans van Erop Lucass; de gemeijne strate; welcke de voors Art Dirx tegen Hermen Peterss deur vernaerderschap had vercregen (schepenbrief Berlicum); vercocht aan Peteren vande Wijer Joachimss. Belast met een sester roggen jaerlix den altare van onser liever vrouwe in de kerke van Berlicum; noch een loopen roggen den vier biddende oordens haer statie binnen de selve kercke hebbende.
Testes Adriaen Rutten ende Henrick Everts, schepenen in Berlicum.
Peter Jochim Goijartss vande Wijer heeft beloofd te betalen te kersmisse ierstcomende aen handen Corstiaen Dirx ende Peter Henrix momberen der onbeiaerden kijnderen wijlen Art Dirx ende Meriken zijn huijsvrouwe tot behoeff der selver kijnderen die somme van 53 gulden 10 stuver.
Peter Jochim Goijartss vande Wijer heeft beloofd te betalen nu kersmisse ierstcomende over een jaer de somme van 118 gulden 10 stuvers aen handen van Corstiaen Dirx ende Peter Henrix mombers der onbeiaerden kijnderen wijlen Aert Dirx voors etc.
Testes Adriaen Rutten ende Henrick Everts, schepenen in Berlicum.
Peter Jochim Goijartss vande Wijer heeft beloofd te betalen te kersmisse ierstcomende aen handen Corstiaen Dirx ende Peter Henrix momberen der onbeiaerden kijnderen wijlen Art Dirx ende Meriken zijn huijsvrouwe tot behoeff der selver kijnderen die somme van 53 gulden 10 stuver.
Peter Jochim Goijartss vande Wijer heeft beloofd te betalen nu kersmisse ierstcomende over een jaer de somme van 118 gulden 10 stuvers aen handen van Corstiaen Dirx ende Peter Henrix mombers der onbeiaerden kijnderen wijlen Aert Dirx voors etc.
Persoon in schepenakte:
Floris van Berkel
Jans van Erop
Corstiaen Dirx
Art Dirx
Meriken Isbrants
Adriaen Rutten
Henrick Everts
Peter Henrix
Aert Dirx
Datering:
26-3-1583
Pagina:
3r-3v
Plaats:
Berlicum
Toegangsnummer:
5120
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd
5120.48 Index schepenprotocol Berlicum (5120.48)
12 Meriken ende Anneken gesusteren kijnderen wijlen Lucas Boudewijns Rutten met haren mombaren Aelbert Gerart Vermoelen die absent was, ende Rutger Boudewijns present mede deijlere, mer inde deijlinge de heer ontfangende dlot van henliedens, ende Boudewijn end Jenneken kijnderen wijlen Danelt Janss vande selven Danelt ende Anneken zin huijsvrouw dochter wijlen Boudewijn Rutten voors tsamen in echten staet verweckt met haren mombaren Henrick Everts, Peter Jacops ende Marcelis Dirx; Rutger Boudewijns Rutgerss ende Michiel soon wijlen Goijart Peterss man van Neesken zijnre huijsvrouw dochter wijlen Boudewijns Rutten ende Meriken zijn huijsvrouw, hebben een erfdeijlinge gemaakt van alle erffguederen hen aengestorven van Boudewijn Rutgerss ende Meriken zijn huijsvrou hennen houders nade doot van hen beijden.
(1) Meriken ende Anneken gesusteren kijnderen wijlen Lucas Boudewijns is te deel gevallen: huijs, hoff, een esthuijs ende lande daer aen gelegen dien concernerende metten boomgart in Berlicum ter plaetsen genoemt aenden Loffersse boom, belendingen: Peter Jacops; Anna weduwe wijlen Joachim Simons; die gemeijne straet de Looffartsse straet gemeijndelijck genoemt; belast met inden boeck van Helmont eenen chijns van 5 stuvers 2 ort; noch eenen chijns genoemt den gebuerchijns van Berlicum eenen ouden grooten; noch een rente van 2 gulden der parochie kercke van Orten; een renthe van 3 gulden aen Pelgrom Willemss; een renthe van 4 gulden aen Barber van Eijck; een renthe van 2 gulden aen Henrick Evertss; een renthe van 1 gulden aen Roloff Art Evertss ende zijnen kijnderen; eenen pacht van 9 loopen roggen aen Marten Moons binnen den Bosch; eenen pacht van een mud roggen den mannen gasthuijs in sint Joris straet binnen den Bosch; eenen renthe van 14 stuvers aen heer Otto priester Sint Jans Evangeliste binnen den Bosch; een renthe van eenen ponde paijments den beneficiaten van Sint Jans voirs.
(1) Meriken ende Anneken gesusteren kijnderen wijlen Lucas Boudewijns is te deel gevallen: huijs, hoff, een esthuijs ende lande daer aen gelegen dien concernerende metten boomgart in Berlicum ter plaetsen genoemt aenden Loffersse boom, belendingen: Peter Jacops; Anna weduwe wijlen Joachim Simons; die gemeijne straet de Looffartsse straet gemeijndelijck genoemt; belast met inden boeck van Helmont eenen chijns van 5 stuvers 2 ort; noch eenen chijns genoemt den gebuerchijns van Berlicum eenen ouden grooten; noch een rente van 2 gulden der parochie kercke van Orten; een renthe van 3 gulden aen Pelgrom Willemss; een renthe van 4 gulden aen Barber van Eijck; een renthe van 2 gulden aen Henrick Evertss; een renthe van 1 gulden aen Roloff Art Evertss ende zijnen kijnderen; eenen pacht van 9 loopen roggen aen Marten Moons binnen den Bosch; eenen pacht van een mud roggen den mannen gasthuijs in sint Joris straet binnen den Bosch; eenen renthe van 14 stuvers aen heer Otto priester Sint Jans Evangeliste binnen den Bosch; een renthe van eenen ponde paijments den beneficiaten van Sint Jans voirs.
Vervolg:
(2) Boudewijn ende Jenneken kijnderen wijlen Danelt Janss ende Anne zijn huijsvrou zijn te deel gevallen: eenen acker saeijlants van 10 lopense aldaar, belendingen: erffenisse des convents vanden Ulenberch binnen der stadt van sHarthogenbosch; Metgen weduwe wijlen Pauwels den Schoenmaker dochter van Zebert Mallers; de gemeijne strate den veedijck genoempt; Rutger Boudewijns mededeijlere den heijberch genoemt; welcken acker scheijt opten halven grave dit teijnden desen acker ende tussen den heijberch gelegen is; belast met jaerlix aenden convent vanden Ulenborch voors een rente van 6 gulden; noch eenen pacht van een mud roggen jaerlix der outaere van Marie in de parochiale kercke van Dungen; een erfpacht van [niet ingevuld] der armer genoemt den hintemereijnde block armen binnen den Bosch.
(3) Michielen soon wijlen Goijart Peters man van Agnes is te deel gevallen; eenen camp gemeijnlick genoemt den rouwen camp aldaar aan den veedijck, belendingen: Adriaen Rutgerss; erffenisse des convents vande Ulenborch.
(4) Rutgeren Boudewijns voors is te deel gevallen: eenen berch gemeijnlick genoemt den heijbercht aldaar, belendingen: Adriaen Rutgerss voors; erffenisse des convents vanden Ulenberch voirs; met eenen gemeijnen wech wtgaende opde gemeijne heijde des dorps voors totten selven heijberch toebehorende. Belast met eenen pacht van een mud rogs aen eenen wever genoemt Matheus Franssen binnen den Bosch; een rente van 4 gulden den erffgenamen van Zeger janss de Bever, te weten Alberden ende Lisken kijnderen van Zeger voors iegelicken van hen 2 gulden; ende die schuer staende op erffenisse der kijnderen van Lus voors te deel gevallen sal Rutger voors van nu over een jaer ierstcomende affnemen ende van erffenisse voors versetten ende den gront sal alsdan den kijnderen van Lucas toecomen.
Testes Tonis Willems ende Adr. Rutgerss, schepenen in Berlicum.
(3) Michielen soon wijlen Goijart Peters man van Agnes is te deel gevallen; eenen camp gemeijnlick genoemt den rouwen camp aldaar aan den veedijck, belendingen: Adriaen Rutgerss; erffenisse des convents vande Ulenborch.
(4) Rutgeren Boudewijns voors is te deel gevallen: eenen berch gemeijnlick genoemt den heijbercht aldaar, belendingen: Adriaen Rutgerss voors; erffenisse des convents vanden Ulenberch voirs; met eenen gemeijnen wech wtgaende opde gemeijne heijde des dorps voors totten selven heijberch toebehorende. Belast met eenen pacht van een mud rogs aen eenen wever genoemt Matheus Franssen binnen den Bosch; een rente van 4 gulden den erffgenamen van Zeger janss de Bever, te weten Alberden ende Lisken kijnderen van Zeger voors iegelicken van hen 2 gulden; ende die schuer staende op erffenisse der kijnderen van Lus voors te deel gevallen sal Rutger voors van nu over een jaer ierstcomende affnemen ende van erffenisse voors versetten ende den gront sal alsdan den kijnderen van Lucas toecomen.
Testes Tonis Willems ende Adr. Rutgerss, schepenen in Berlicum.
Persoon in schepenakte:
Lucas Rutten
Aelbert Gerart Vermoelen
Barber van Eijck
Pauwels den Schoenmaker
Rutger Boudewijns
Boudewijn Rutten
Henrick Everts
Peter Jacops
Marcelis Dirx
Lucas Boudewijns
Joachim Simons
Marten Moons
Zebert Mallers
Matheus Franssen
Tonis Willems
Goijart Peters
Datering:
12-3-1583
Pagina:
3v-4r
Plaats:
Berlicum
Toegangsnummer:
5120
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd