Archieven

9 Willem Henrickss ende Zebrecht Lambertss Vuchts, schepenen in Berlicum, tuijgen ende attesteren ter instantie van Jan Toniss Smolders hen kennelijck te zijn hoe dat ontrent inden jaere van 1607 die voors Jan Toniss met recht van naerderschap heeft gelost eenen alsulcken acker saijlants als derffgenamen van Jacob Everts doen ter tijt vercocht hadden maer nijet gevest aen Arien Peter jacobss ende dat Arien voors doen ter tijt goetwillich bij accoordt inde naerderschap heeft geweken ende daer inne geconsenteert.

10 Jacob Henrick Jacobss.
Adriaen zoone Dirick Joordens als man van Willemken dochter wijlen Matthijs Willem Thijss heeft een erfcijns van 7 carolus gulden verschijnende opten heijligen pinxter dach van ende vuijt eene hoeve lants met haere toebehoirten onder Berlicum tot Middelroij gemeijnlijck genoempt den hontshorck beneven die rivier vander Aa gelegen, nu ter tijt toebehorende Adriaen Matthijs Willemss; welcken chijns die voirs Adriaen Matthijss hem vercopere in erffdeijlinge heeft mede gelooft wt de voors hoeve ende toebehoirten (schepenbrief Berlicum d.d. 13-4-1601); vercocht aan Jacob Henrick Jacobss.
Scabini Wouter Aert Danielss, Jan Lenart Glavimans ende Willem Jan Willemss.
Die vercopere heeft mede vercocht eenen pacht die verschenen is pinxten lestelden. Actum et scabini ut supra.

11 Deijlinge der kijnderen ende erffgenamen Jacob Sijmons van Hedel.
Jacob soone Jacob Sijmonss van Hedel bij den zelven ende Jutte zijne huijsvrouw tsamen verweckt, Jan Rutten, Adriaen Janss de Visscher ende Huijbert Jan Huijbertss als testamentelijcke momboiren over de 2 onmundige kijnderen die Jan Wouters de Cock verweckt heeft bij Iken zijn huijsvrouw dochter Jacob Sijmonss ende Jutte voirs, hebben gescheijden ende gedeijlt alsulcken gronden, goeden ende erffenissen als hen nae doode van hennen voors ouders zijn achter gelaeten ende aenverstorven.
(1) de voirs momboeren tot behoeff der 2 onmundiger kijnderen Jan Wouterss is te deel gevallen: huijs, hoff metten halven schoorsteen ende toebehoirende erffenisse metter potinge groot ontrent een lopense lants in Berlicum op Beeckvelt, belendingen: Anthonis Henrickss; den grooten camp; erffve hier tegen gedeijlt tot aen erffve hier tegen gedeijlt; weduwe Jan Aertss metten halven grafte; noch eenen streep lants groot ontrent een halff lopense aldaar, belendingen: den grooten camp; erffve hier tegens gedeijlt; erffve hier tegens gedeijlt; Anthonis Henrickss; noch eenen acker saijlants groot ontrent 3 lopense genoempt die achterste horst aldaar, belendingen: den groten camp; weduwe Jan Arntss; Henrick Sebastiaens; erffve hier tegens gedeijlt metten heelen grave aen Henrick Bastiaens velt; noch een stuck saijlants gelegen inden nieuwen hoff groot ontrent een lopense aldaar, belendingen: weduwe jan Arntss; het cleijn campken; weduwe Jan Aertss; Huijbert Janss; noch een stuck lants groot ontrent 3 lopense gelegen aldaar opte hoogh enst, belendingen: Jan Corneliss; erve des prelaets van Berne; Joorden Willemss; noch 2 stucken saijlants groot ontrent 3 lopense aldaar opte hooge enst, belendingen: Antonis Henrickss; erffve hier tegen gedeijlt; Huijbert Janss; erffve des prelaets van Berne;

12 Deijlinge der kijnderen Mijs Mijss.
Jan soone Mijs Mijssen ende Margriet zijne suster, Roeloff Wouterss als man van Heijlken zijnder huijsvrouwe dochter Mijs Mijss voors, Goijaert Eijmberts als man van Iken zijnder huijsvrouwe dochter Gerart Aertss van Mierloe bijden zelven ende Oeijken dochter Mijs Mijss inden iersten houwelijck ende Peter Peterss als vader van Gerarden ende Aerden zijne 2 kijnderen bijde voers Oeijken inden tweeden houwelijck tsamen verweckt; wittige kijnderen ende erffgenamen Mijs Mijss ende Marijken zijnder huijsvrouwe; hebben gescheijden ende gedeijlt allen alsulcken goederen, gronden ende erffenissen als hen van hennen ouders vooirs zijn achtergelaeten ende aengecomen.
(1) Jan Mijssen ende den voirs kijnderen Oeijken Mijss is te deel gevallen voor 2 loothen: een huijs, hoff, schuijre, brauhuijs met zijne ende toebehoirten met 2 weijcampkens ende een streepken lants bij thuijs gelegen in Berlicum tot Middelroij, belendingen: die gemeijn strate; erffve des prelaets van Berne; Jan Aert Willemss; belast met 7 stuijvers den convente vande claren. Item sullen dese 2 gedeelten eens van hen moeten geven aen Roeloff Wouterss mede condivident 125 gulden oft jaerlicx daeraff te geven 7 gulden 10 st.; noch 50 gulden eens aen Margriet Mijss oft 3 gulden jaerlicx.
(2) Margriet Mijss is te deel gevallen: een stuck teullants genoempt wallenhoeffken groot ontrent 3 lopense aldaar, belendingen: erffve des convents vander Claren; voort rontsomme tusschen die gemeijne straeten aldaer; onder den last van te moeten onderhouden een hecken tusschen dit campken ende hans van Bree ackerlant; noch 3 deelen vanden weijcamp in leijnsbroeck soe dijen van Wouter Peter Wouterss gecocht; hier wt te gelden den chijns daerop staende, aldaar, belendingen: Henrick Lambertss; die gemeijnte van Berlicum;