Archieven

9 Peter Pouwels en zijn vrouw Jaepken Gerits verklaren 200 guldens schuldig te zijn aan de kapel van Oploo en stellen als onderpand al hun roerende en onroerende goederen.

10 De schepenen van de Heerlijkheid Oploo verklaren dat zij 126 gulden schuldig zijn aan de kapel van Oploo, ter aflossing van andere schulden welke in de Franse oorlog gemaakt zijn. De schuld is afgelost in juli 1728.

11 Peter Peters Vijfeijken en zijn vrouw Judith Reijnen verklaren 125 gulden schuldig te zijn aan het armenbestuur van Oploo. Als onderpand stellen zij al hun roerende en onroerende goederen.

12 Peter Hermens weduwnaar van Maria Roefs, voor zichzelf en Derick Hermens en Hendrik Hendricx van Oploo als momboiren van zijn minderjarige kinderen uit zijn voornoemd huwelijk, volgens akte van 08.02.1694; Jan Kerstens als man en momboir van Handerske Roefs, alsmede voornoemde Hendrik Hendricx namens Nicolaas Roefs en diens vrouw Metje Aerts en namens Nicolaas Abrahams en diens vrouw Hendrina Roefs; allen kinderen en erfgenamen van Peter Gerits en Grietjen Hendricx, zaliger, verkopen aan Martin Pouwels en zijn vrouw Aelke Jans, Aert Elbers en zijn vrouw Neeske Hendricx een huis met hof, boomgaard, schuur en bijbehorend bouw- en weiland, groot omtrent 16 morgen, gelegen te Oploo, grenzend aan Aert Elbers voornoemd, aan Aert Peters, aan Martin Pouwels voornoemd en aan de gemeene straat. (Er wordt geen bedrag genoemd).