Archieven

9 Aan schepenen van Geffen. Gerit Peters inwoonder van Geffen, Geraert Claessen ende Jacob Gijsberts woonende tot Oirschot als momboiren over de onmundighe kijnderen wijlen Baudewijn Geraertsen bij Lijsken sijne huijsvrouwe verweckt vragen toestemming om teneinde schulden van de onmondigen te betalen te mogen verkopen seeckere parceelken lants gemeijnelijck genoempt de cortte stucxkens onder Geffen opden duijvekuetel.
[op p 36 handtekeningen die waarschijnlijk bij de akte op 31 behoren:] dijt is het merck Jan Wouters vonder en; Gabriel Gamijens; dit is het merck van Geris Vossen.
Vrienden geven een positief advies.
[in marge:] Bij dese requeste mette bijlaghen gestelt in handen vande naeste vrienden ten eijnden van advijs omme t’selleve gesien voorts gedaen te worden naer behoiren. Actum Geffen 12-1-1652. Ter ordinantie vande schepenen van Geffen Jan Aertssen van Lith.
[in marge:] gesien hebbende het advijs vande naeste vrienden aen d’ander zijde staende ende op alles gelet hebbende consentere de vercoopinge ende authorisere tot veste ende waerscap volgens derselver versoeck ter ordonnantie van scepenen. Actum 31-1-1652. J. s’Gravenweert 1652.

10 [op achterzijde:] vercoopcedulle voorden momboirs der onmundighe kijnderen Baudewijn Geraertssen van de lande aende driesen.
Geert Peterss [tekent: Gerit Peters] woonende tot Geffen ende met hem Gerit Claessen ende Jacop Gijsberts woonende tot Oirschoth als momboiren over Aelken, Engelken ende Jacop onmundighe kijnderen wijlen Baudewijn Geraerts verweckt ende achtergelaten bij Lijsken Jacops gebooren van Oirschoth zijne tweede huijsvrouwe, zetten met autorisatie (Geffen d.d. 31-1-1652) te koop: 3 stuxkens ackerlants groot int geheel 3 loopensaeth tot Geffen ter plaetsen aende oude driesen, belendingen: erfgenamen Jan Peter Huijben woonende tot Heesch oost; Gerit Peterss metten zijnen; Jan Thonis Delisen; de gemeijnte. Volgen de verkoopvoorwaarden. Heughsel inne dese oipenbare herberghe Jacop Willems vorster. Gemijnt bij Geraert Peterss voirde somme van 87 gulden ende heeft daerop gehooght 4 slaghen; deselleve noch 2. 3-2-1652. Als getuigen tekenen: Jan Diercx Luijkers; Guilliam Eijmberts.
Opten 17-2 heeft Roeloff Peter Aerts [tekent: dit merck tekent Roeloff Peterss voors] den voors coop onthooght met 2 slagen. J. van Griensven testis.
Op dato voors heeft de voors Gerit Peterss wederom onthoogh met eenen slach; deselleven noch eenen.
Bij het heughsel heeft niemand meer geboden, de koop is gebleven aen de voors Gerit Peterss.
getekent: Gerit Peters, bij mij Jacob Willems, J. van Griensven testis.

11 Alsoo Gabriel Gemeijn quaertiermeester onder de compaenie van den heere ritmr. N. ende Jan Wauters van Roosmalen seecker somme van overgeschote penningen van een gecoft stuck landts genaempt den bieselaer te weten de somme van 87 gulden alhier door den vorster gerichtelijck sijn beslagen ofte gearresteert, welcke penningen Tonis Handricks van Wiggen als man van Engelken Boudewijns ende Aelken Boudewijns sijn competerende, soo hebben de voors Thonis Handricks ende Aelken Boudewijns de voors 87 gulden onder Adriaen Handricks van Kraeij [tekent: Arien Handrickx van Krij] geconsigneert opden 8-11-1656, te weten een france croon ende 33 rijckxdaelders.

12 Voor memorie.
Omme aende vrienden ende momboiren der kijnderen wijlen Baudewijn Geraerts gewoont hebbende ….. onder Oirschoth, te adverteren ende te kennen te geven dat Eermert Peterss oijck momboir over des voors Baudewijns kijnderen bij sijne rekenboeck heeft gebleken dat deselleve uijtgereijckt heeft ende betaelt heeft meer aen Aelken dochtere Baudewijn Geraerts meer als aen Engelken de sustere de somme van 83 gulden 16 st 3 oirt, welcke somme al nu aende voors Engelken moet voldaen worden off aen Thonis Handrix der sellever man; ende soo daertegens nijet meer incomste en heeft als 8 gulden 15 st jaerlix verzoekt hij te mogen verkopen hare vierde part inne seckere camp ackerlants.
[eronder:] alsoo middelen aengewent is omme de voors somme die Engelken Baudewijns meer dan haer suster Aelken was competerende, soo bekent Tonis Handricks van Wiggen [tekent: Thonis Henrickx van Wichen] mits desen daer van voldaen ende betaelt te sijn ende blijft daer en boven aen Aelken Baudewijns [tekent: dit merck heeft Aelken Boudewijns met haer eijgen hant geteijckent] sij vrouwen suster noch schuuldich de somme van 10 gulden 10 stuijvers wegens het vercoft lant genaempt den bieselaer, soo belooft den voors Tonis Handricks voor Aelken Baudewijns vande voors somme te coopen soo verre de penningen strecken een rock oft eenige clederen die sij van noden heeft. Actum 9-11-1656.