Archieven

9 Paulus van Beeck; Peter Henrix en zijn vrouw Amerens van Beeck; Christiaen Jacobs en zijn vrouw Hester van Beeck, vesten aan Theodorus van Neerveldt en zijn vrouw Claaske van Boeckhout, een jaarlijkse rente van 3 Philipsguldens, staande op de hof van Caldenoort ofte den Eck, toebehorende Jacob Braandonk cum suis. Geprotocolleerd op 05-10-1699.

10 Jacob Janssen en zijn vrouw Erken Janssen; Geurt van Gulick en zijn vrouw Jenneke Janssen, vesten aan Guert Philipsen van Schoenenbergh en zijn vrouw Eelske de Vree, twee akkers land met huis en hof gelegen te Velp, inclusief het erfrecht voor het huijs streckende tot aen den eenen stijll van het gebont van de schuer van Peter Schuijl saliger, naast dit huijs staande ende den hecken post staande 23,5 voeten van den hoeck van het huijs tot aan den heckenpost, mitsgaders de helfte van het erf liggende voor eene gemeene straat, een zijde heer Wermont, andere zijde en een eind Jan Braaningen, andere eind de gemeene straat. De kopers zullen recht van overpad moeten verlenen aan de verkopers, tussen de erven van Jacob Jansen en Jan Braninge tot hun land gelegen in Braning Veldt. Ook Jan Braningen en Gerrid Braninge krijgen dat recht. De kopers krijgen ook het recht van overpad over het erf van Jan Braningen en Gerrit Braninghen. Geprotocolleerd op 05-10-1699.

11 Jan Fabri en zijn vrouw Digna vesten aan Johan van Ellerum en zijn erven een jaarlijkse rente van 24 Caroli guldens, in en uit een huis en land genaamd de Locht, groot circa 1,5 morgen, gelegen te Velp, een zijde de gemeene straat, andere zijde den Droogen, een eind op ’t Graetje en voor op de gemeene straat. Aflosbaar met 400 Caroli guldens. Geprotocolleerd op 19-11-1699.

12 Johan van Elderum den ouden, met toestemming van Jan Fabri, die zich mede sterk heeft gemaakt voor zijn vrouw, verkoopt aan Derrik van Boeckell en zijn vrouw, de rentebrief van 400 guldens, die op 07-02-1681 door Jan Fabri en zijn vrouw is gevestigd met als onderpand een huis, hof en land genaamd de Locht, tegenwoordig bewoond door Lindert Legesteen. Geprotocolleerd op 19-11-1699.