Archieven

9 Arrest van Jan de Lacourt vorster om in arrest te stellen de vaste goederen staende ten naeme van de weduwe Hendrik Goorts.

10 Procuratie om leenen te verheffen. Genoemde personen: Anneke dochtere wijlen Jan Gerit Dielen Tholofs weduwe van Adriaan van Rooij, Lambert Raaijmakers, Maria van de Mosselaar weduwe van Aard van de Meeracker en haar dochter Maria, Willem Aart der Kinderen ende Maria van de Laar weduwe van Willems Lambert Rovers allen wonende binnen de vreijheijt te Sint Oedenrode. Dewelke verklaren machtig te maken Joost van de Laer mede inwooner alhier. Specialijk namens van harent weegen voor den Edele Mogende Rade en Leenhove van Brabant in Den Haag te verheffen zoodanige perceelen ten namen van Anneke Jan Gerit Diele Tolofs weduwe Adriaan van Rooij te verheffen en tot sterfman te stellen hare zone met name Antonij Adriaens van Rooij.

11 Erfdeling tussen Marte Janse van der Hagen, Antonij Janse van der Hagen en Cornelis Janse van der Hagen, Willem Cluijtmans gehuwd met Jennemaria Janse van der Hagen ende Matijs Versantvoort man ende momber van Christiana Janse van der Hage, alle inwoonderen alhier. Alle erfgenamen van capitale, staende op 't corpus van Sint Oedenrode geregistreert ten jaere 1683, 1689, 1691 etc.

12 Verklaaringe van Joost van Erp en C. W. Santvoort scheepenen van Sint Oedenrode, verklaren ter requisitie van de Maria van de Nieuwenhuijse weduwe Jan van der Aa, tans woonende te Uden, dat Jan Hendrix van Boerdonk getrouwt sijnde met Jenneke dogtere van voorschreven Maria van Nieuwenhuise en Jan van der Aa, bij de voorschreven sijn vrouwe ouders als doen is gaan in woonen, sonder dat hun dat oijt ter kennise is gekoomen. Dat den voorschreven Jan Hendrix van Boerdonk ofte sijne huijsvrouwe eenig eijgendom of meesterschap in den erfhavelijke of havelijke goederen van haere voornoemde ouder hebben gehadt, gemerkt, alle de goederen soo van meubelen als inboel de voorschreven Maria van den Nieuwenhuijsen na doode haeren man ter togte is blijven besitten.