Archieven

97 Rekest van A. Hollanders en J. Bouwman borgen van A. Versters die in 1789 het tweejarig onderhoud heeft aangenomen van ’s lands gebouwen en werken te ’s-Hertogenbosch voor een som van 800 gl. op jaarbasis maar in het 2e jaar was hij op een of andere manier nalatig gebleven.

98 Volgens informatie is het nieuwe provoostgebouw te ’s-Hertogenbosch voltooid en zal aan de provoost bericht worden wanneer hij als geweldige provoost zijn verblijf in de nieuwe provoost kan aanvangen en de oude gedetineerden kunnen worden overgebracht naar het nieuwe provoosthuis en dat er ook geconfineerde deserteurs vanuit Breda naar het nieuwe provoosthuis zullen komen – zie folio 445v

99 Missive vanuit de leen- en tolkamer n.a.v. verzoeken van ingezetenen van Nistelrode in kwartier Maasland in een rekest aan de Raad gedaan ten einde aan ieder van hen onder beneficien vrijdommen en restricties van de resolutie van 19 mei 1786 bepaald, mocht worden geaccordeerd om de percelen van hun voorpotingen te mogen afgraven en in cultuur mogen brengen met een vrij uitvoerig relaas o.a. genoemd worden Jan Nelisse op Delst, Jacob Leijen op het Hoogbroek, Herman van Drienen in Maxent, Gerit Jacob van Meusel in Maxent, Dirk Claasse op den Heuvel, Pieter Neelisse, Jacob van Steenbergen op Donsel en bij de beemd van Evert Jacobs, en bij de beemd van Joost van der Sanden, Roelof Gerit Simons , Willem Franken, Jan Willem Peeters , Martinus en Arie Crieste bij den Ouden Hof op Delst, Jan Hendrik Sleegers op Donsel, Hendrik Nelisse, Aart Verbruggen op Donsel, Corstiaan Peeters in de Keulen op Donsel, Dirk van de Laar bij hun hof aan Kentje, Cornelis Nelisse, Hendrik van den Akker naast de Loosbroeksedijk in het Maxent, Jacob van Drienen in Maxent alles in 11 folio’s.

100 Rekest van J. van Heist uit Veldhoven en J.F. van Antwerpen en E.Konings kooplieden uit Eindhoven te kennen gevende dat D. van Hensbeek predikant der gecombineerde gemeente van veldhoven Blaarthem en gestel bij akte gepasseerd voor schepenen van Veldhoven had bekend wel en deugdelijk schuldig te zijn aan de 1e suppliant 1500 gl. aan de 2e suppliant 400 gl. en aan de 3e suppliant 200 gl..