Archieven

68 Voor de notaris zijn verschenen Maria weduwe van Goyart Jans Pennings, Aart Hermans, en Lambert Hendriks Verhaigen als momboiren van de drie minderjarige kinderen van Goyart Pennings verwekt bij genoemde Maria aan de ene kant en Jan Antony Gielens Verhoeven in huwelijk hebbende Willemyna Jansen van Roosmalen verwekt bij Yda Jansen Pennings en Claas Suijskens man van Willemyna zijn vrouw dochter van Jan Vermeulen en zijn vrouw Arikens ook een dochter van Jan Pennings te samen erfgenamen van Helena Pennings aan de andere kant en hebben een akkoord gesloten over de nalatenschap van de goederen en effecten die Goyart Jan Pennings en Helena Pennings voor schepenen alhier waren ten deel gevallen dd. 3 februari 1703 ieder voor de helft te deel gevallen en aangekomen van Jenneken Pennings hun zuster, waarbij genoemd worden drie stukken teulland in de Beemden 6 lopensen; idem ¼ in de ½ van een akker van 3 lopensen in de Berisacker met nog ¼ van 100 gl. in een meerdere rente van 300 gl. staande ten laste van Jan de Beir uit onderpanden te Tilburg gelegen; ¼van 200 gl. ten laste van de kinderen van Jan Adriaan Nagelmakers; idem ¼ part in een obligatie van 300 gl. staande ten laste van Cornelis de Bruijn of zijn erfgenamen; na het afsterven van Helena ¼ van een schepengelofte van 1000 gl. ter zake van de koop op een zeker huis genaamd de Burg staande te ’s-Hertogenbosch; idem ¼ uit 200 gl. gestaan hebbende ten laste van Jan Dooreleijers; idem ¼ in een obligatie van 100 gl. ten laste van Hendrik Dirks van den Oetelaar; idem ¼ uit in een kapitaal van 333 gl. ten laste van Jan Peeter van Kessel, gepasseerd ten overstaan van Willem Roessing en Jacobus van Oerle