Archieven

13 Joanna Jacob Peters laatst weduwe van Lindert van Dijck, geassisteerd door Antoni van den Heuvel, als haar momboir, alsmede Peter van Gennip en Marcillis van Loosbroek als bloedmomboirs van de twee onmondige kinderen, door wijlen Lindert van Dijck in zijn laatste huwelijk bij Joanna Jacob Peters verwekt aan de ene kant, alsmede Dirc van den Heuvel, in kwaliteit als bloedmomboir van de jongedochter Maria, verwekt door Lindert van Dijck in zijn eerste huwelijk bij Maria van den Heuvel wie mede Francis van Gennip in huwelijk hebbend, de andere dochter genaamd Petronella, uit voormeld eerste huwelijk ter andere zijde. Zij zijn een accoord aangegaan over de nalatenschap van Lindert van Dijk, thans door zijn weduwe Joanna Jacob Peters, in het bezit, bestaande uit: Huis en hof, groot een morgen, ene zijde de armen van Berge, d’andere Gerit van Zelant, uitschietend met een eind op erve van Peter van den Heuvel. Verder anderhalve morgen, met ene zijde Peter Gossens, de andere de weduwe Peter Buters met het ene eind op de gemene straat en de andere Jan Olijmeule waarvan getransigeert onder aprobatie van zijn Hoogh Edele d’Heer Erfflanddrost, en maniere als volgt: te weten dat Francis van Gennip als in huwelijk hebbend Petronella voornoemd, wie mede Dirc van den Heuvel, namens de minderjarige jongedochter Maria, bij de nagelaten kinderen uit zijn eerste huwelijk bij Maria van den Heuvel verwekt, overnemen, huis, hof en landerijen, hiervoor aangehaald tegen uitkering van tweehonderd envijftig gulden aan haar stiefmoeder Joanna Jacob Peters en haar twee halfzusters voornoemd.